Algemene voorwaarden Bovag Autobedrijven (> april 2018)

Algemene voorwaarden FOCWA schadebedrijven (> juli 2020)

Algemene voorwaarden ABVV Bergings- en Vervoers- Condities (> juli 2017)

Algemene voorwaarden AVCM Algemene Vervoerscondities Motorvoertuigen (> )

ALGEMEEN
Deze Algemene Voorwaarden gelden met ingang van april 2018. Zij gelden voor overeenkomsten
over koop en over reparatie en onderhoud van auto’s, onderdelen of accessoires tussen leden van
BOVAG Autobedrijven en consumenten.
Deze Algemene Voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de
ANWB in het kader van de SER Coördinatiegroep Zelfreguleringoverleg (CZ).
DEFINITIES
In deze Algemene Voorwaarden betekent:
– auto: een personenauto, of bestelauto met een totaalgewicht inclusief laadvermogen van
maximaal 3.500 kg;
– de in te kopen auto: de auto die als deel van de overeenkomst door de consument aan de
verkoper wordt verkocht, ook wel inruilauto genoemd:
– de overeenkomst: de overeenkomst van koop en verkoop van een nieuwe of gebruikte auto,
onderdelen of accessoires;
– de verkoper: degene die een nieuwe of gebruikte auto, onderdelen of accessoires verkoopt
aan een consument;
– de consument: iedere natuurlijke persoon die als koper of opdrachtgever handelt voor
doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
– de opdracht: de met de consument gesloten overeenkomst tot het verrichten van
werkzaamheden zoals montage-, demontage-, reparatie– of onderhoudswerkzaamheden en
vrijwillige of wettelijke keuringen;
– de reparateur: degene die met betrekking tot een auto, onderdelen of accessoires een
opdracht uitvoert of laat uitvoeren;
– niet-vermijdbare kosten: alle kosten die niet optioneel zijn voor de consument en die
noodzakelijk zijn om met de gekochte auto weg te rijden. Deze kosten moeten in de
aangeduide prijs van zowel de nieuwe, als de gebruikte auto zijn opgenomen. In de praktijk
betekent dit dat bij een nieuwe auto in ieder geval btw, bpm, leges, de recycling bijdrage, de
kosten van een nul-beurt en van een kenteken, de transportkosten naar de dealer en andere
extra’s die verplicht moeten worden afgenomen al in de aangeduide prijs zitten verwerkt.
– vermijdbare kosten: optionele, aanvullende overeengekomen kosten voor de consument. Deze
kosten hoeven niet automatisch in de aangeduide prijs van de auto te zijn opgenomen, zoals
extra gekochte accessoires of onderdelen;
– schriftelijk: in geschrift of elektronisch;
– de garantie:
a. de garantie die door de fabrikant, importeur of verkoper op die auto’s, onderdelen en
accessoires wordt gegeven;
b. de garantie die is beschreven in het BOVAG Garantiebewijs voor een gebruikte auto (van
BOVAG Autobedrijven) of in het aanvullende BOVAG Garantiebewijs voor een gebruikte auto
(van BOVAG Autobedrijven) dat door de verkoper kan worden verstrekt;
c. op werkzaamheden: de BOVAG-reparatie- en onderhoudsgarantie.
KOOP
Artikel 1 – Het aanbod
1. De verkoper doet mondeling of schriftelijk een aanbod.
2. Dit aanbod geeft een volledige en nauwkeurige omschrijving van de aanbieding, dus de prijs
en de rechten en de verplichtingen van de consument en de verkoper. De omschrijving van
het aanbod is voldoende gedetailleerd om een goede beoordeling van het aanbod door de
consument mogelijk te maken.
3. In het aanbod staat de prijs van de aangeboden auto, het aangeboden onderdeel, of de
aangeboden accessoire. De prijs van een aangeboden auto is inclusief de niet-vermijdbare
kosten.
4. Als de verkoper gebruik maakt van afbeeldingen van de auto, onderdeel of accessoire dan
zijn deze waarheidsgetrouw.
5. Kennelijke vergissingen in het aanbod binden de verkoper niet.
6. De consument moet aanvaarden binnen de door de verkoper gestelde termijn. Is er geen
termijn gegeven dan moet de koper direct aanvaarden.
Artikel 2 – De overeenkomst
1. De verkoper legt de overeenkomst schriftelijk vast en geeft de consument hier een kopie
van. De afspraak tussen consument en verkoper geldt ook als de afspraak niet schriftelijk is
vastgelegd.
Artikel 3 – De inhoud van de overeenkomst
In de schriftelijke overeenkomst staat in ieder geval:
– de identiteit van de verkoper zoals handelsnaam, vestigingsadres, telefoonnummer en
e-mailadres;
– de omschrijving van de auto, onderdelen, of accessoires;
– de prijs en de omschrijving van de in te kopen auto inclusief onderdelen of accessoires;
– de prijs van de auto inclusief accessoires op het moment van de koop. De prijs is inclusief de
niet-vermijdbare kosten. De overeenkomst geeft aan of het een vaste of een niet-vaste prijs is;
of:
– de prijs van een los gekocht onderdeel of accessoire;
– de bij de koop van een auto wel-vermijdbare kosten;
– de verwijzing naar de garantiebepalingen waarbij de verkoper of een derde zoals de fabrikant
of importeur als garantiegever optreedt. Er wordt inzage gegeven in de garantiebepalingen van
deze derde;
– de wijze van betaling;
– de leveringsdatum en of dit een vermoedelijke of vaste datum is. Als er geen leveringsdatum is
afgesproken, wordt de auto, onderdeel of accessoire in ieder geval binnen dertig dagen na het
sluiten van de overeenkomst afgeleverd.
Artikel 4 – Prijswijzigingen
1. Als er sprake is van een vaste prijs, dan kan de verkoper de prijs niet verhogen nadat de
overeenkomst tot stand is gekomen, tenzij er sprake is van een wijziging in een heffing door
de overheid, in ieder geval wordt hiermee een gewijzigde belasting of accijns bedoeld.
2. Als er uit de overeenkomst zelf blijkt dat er sprake is van een niet-vast overeengekomen
prijs, dan kan de verkoper de prijs wijzigen op grond van een wijziging in: een heffing door
de overheid, fabrieksprijzen, importeursprijzen of valutakoersen. De verkoper brengt de
consument zo snel mogelijk op de hoogte van een prijswijziging en de reden hiervan. Bij
een prijsstijging kan de consument de overeenkomst binnen tien dagen ontbinden, tenzij de
prijsstijging het gevolg is van een wijziging in een heffing van de overheid.
3. Als een verkoper heeft aangegeven dat de prijs niet vast is, dan moet hij ook wijzigingen in het
voordeel van de consument doorberekenen in de prijs.
4. Indien de verkoper in gebreke is gesteld op grond van artikel 6, maar de gestelde termijn nog
niet is verstreken, dan mag alleen een prijsstijging op grond van een wijziging in een heffing
door de overheid worden doorberekend.
5. Zodra de verkoper in verzuim is dan mag in geen enkele prijsverhoging worden doorberekend.
Artikel 5 – Het risico voor de auto
1. Gaat de gekochte auto kapot of verloren, voordat de auto aan de consument is geleverd, dan
komt dit voor rekening en risico van de verkoper.
2. Gaat de in te kopen auto kapot of verloren voordat de auto aan de verkoper is geleverd, dan
komt dit voor rekening en risico van de consument.
Artikel 6 – Levering en verzuim
1. Bij een vaste leveringsdatum is de verkoper in verzuim zodra die datum is verstreken.
2. Bij een vermoedelijke leveringstermijn moet de consument de verkoper eerst in gebreke
stellen. Dit betekent dat de verkoper nog een termijn van drie weken krijgt om af te leveren.
Als de verkoper de auto, onderdeel of accessoire na het verstrijken van deze termijn nog niet
heeft afgeleverd, dan is de verkoper in verzuim.
3. In deze gevallen is geen ingebrekestelling door de consument nodig:
– als verkoper heeft laten weten niet te gaan leveren;
– als aflevering voor de afgesproken leveringsdatum essentieel is, gelet op de omstandigheden
bij het sluiten van de overeenkomst, bijvoorbeeld omdat de consument dit heeft laten weten of
omdat de auto, onderdeel of accessoire nodig is voor een speciale gelegenheid.
Artikel 7 – Gevolgen van verzuim
1. Als de verkoper in verzuim is op grond van artikel 6 dan mag de consument de overeenkomst
ontbinden.
2. Verder kan de consument vergoeding vragen van zijn schade, tenzij de verkoper een beroep
kan doen op overmacht.
Artikel 8 – Annuleren
1. De consument kan de overeenkomst annuleren, ook als de verkoper niet in verzuim is.
2. Het annuleren kan tot de gekochte auto, onderdeel of accessoire, of tot de in te kopen auto is
geleverd en het annuleren moet schriftelijk gebeuren.
3. De consument moet alle schade vanwege het annuleren vergoeden. Deze schade is
vastgesteld op 15% van de totale koopprijs van de auto, onderdeel of accessoire, tenzij
partijen bij het sluiten van de overeenkomst iets anders hebben afgesproken.
4. De schade moet binnen tien dagen na het annuleren worden betaald. Als de consument na
tien dagen niet heeft betaald, mag de verkoper de consument schriftelijk melden dat de
consument de overeenkomst alsnog moet nakomen. De consument kan dan dus geen beroep
meer doen op het annuleren.
REPARATIE EN ONDERHOUD
Artikel 9 – Prijsopgave en termijn
1. De opdracht voor werkzaamheden wordt het liefst schriftelijk vastgelegd. De reparateur geeft
vooraf een prijsopgave en een opleveringsdatum. Deze prijsopgave en opleveringsdatum is
vermoedelijk tenzij de consument en de reparateur hebben afgesproken dat er sprake is van
een vaste prijs of een vaste afleveringsdatum.
2. Wordt bij een niet-vaste prijs het repareren van de auto meer dan 10% duurder dan vooraf bij
benadering was aangegeven, dan moet de reparateur deze kostenstijging met de consument
bespreken.
3. De consument mag de opdracht altijd opzeggen. De kosten die de reparateur op het moment
van het opzeggen al heeft gemaakt en de werkzaamheden die dan al zijn afgerond, moeten
wel worden betaald.
4. De reparateur meldt het meteen wanneer de werkzaamheden later dreigen te worden afgerond
dan de leveringsdatum. De reparateur vertelt ook wanneer het werk wél afgerond zal zijn.
5. Bij overschrijding van een vaste leveringsdatum heeft de consument recht op een redelijke
schadevergoeding, tenzij er sprake is van overmacht van de reparateur.
Artikel 10 – De rekening
Van de uitgevoerde werkzaamheden wordt een gespecificeerde rekening afgegeven.
Artikel 11 – Stallingskosten
1. Als de consument de auto niet binnen drie werkdagen ophaalt nadat hij of zij bericht heeft
ontvangen dat de reparatie klaar is, dan kan de reparateur een vergoeding voor stallingkosten
in rekening brengen.
2. De stallingskosten zijn de kosten die normaal gesproken door de reparateur in rekening
worden gebracht. Zijn er geen vaste stallingskosten dan zal de reparateur een redelijke
vergoeding rekenen.
Artikel 12 – Retentierecht
1. De reparateur kan retentierecht uitoefenen op de auto, onderdeel of accessoire. Dit betekent
dat de reparateur de auto, onderdeel of accessoire pas teruggeeft als de consument de
rekening voor deze of eerdere werkzaamheden of andere kosten heeft betaald.
2. De reparateur kan het retentierecht ook uitoefenen als het geschil over de werkzaamheden
aanhangig is gemaakt bij de Geschillencommissie Voertuigen genoemd in artikel 21, of bij de
rechter, tenzij de consument voldoende (vervangende) zekerheid heeft gesteld, bijvoorbeeld
door een storting in het depot bij de Geschillencommissie .
Artikel 13 – Vervangen onderdelen
1. Als een consument bij de opdracht vraagt om de oude onderdelen dan krijgt hij die na het
vervangen in zijn bezit.
2. Wanneer er een garantieclaim moet worden afgehandeld tussen de reparateur en een
garantiegever, zoals een fabrikant of een importeur, dan kan de reparateur weigeren de
onderdelen af te geven.
3. Als de consument niet, of niet op tijd, om de onderdelen heeft gevraagd, dan worden de
vervangen onderdelen ook eigendom van de reparateur, zonder dat de consument een
vergoeding hiervoor krijgt.
GARANTIE
Artikel 14 – Garantie op auto’s en onderdelen/accessoires
1. Consument heeft -naast de BOVAG reparatie- en onderhoudsgarantie zoals bedoeld in
artikel 15, en een eventuele BOVAG Aankoopgarantie zoals bedoeld in artikel 14.3 ook
wettelijke rechten. De verkoper staat ervoor in dat het geleverde product beantwoordt aan
de overeenkomst (conformiteit). De verkoper staat er bovendien voor in dat het product die
eigenschappen bezit die, alle omstandigheden in aanmerking genomen, voor een normaal
gebruik nodig zijn, alsmede voor een bijzonder gebruik voor zover dat is overeengekomen.
Treedt er een probleem op gedurende de periode van wettelijke omkering van de bewijslast,
zijnde zes maanden na aflevering, dan gaat de wet er van uit dat het gekochte bij de aflevering
niet aan de overeenkomst heeft beantwoord.
2. Op nieuwe auto’ s en op nieuwe onderdelen geeft de fabrikant of importeur fabrieksgarantie.
Daarnaast heeft een consument nog wel zijn wettelijke rechten.
3. Op gebruikte auto’s kan de verkoper eventueel zes maanden BOVAG Aankoopgarantie verlenen
en verkoper kan deze termijn verlengen naar maximaal 24 maanden.
4. Bij een reparatie of vervanging op basis van de garantie zoals bedoeld in artikel 14 lid 1 en lid
3 zorgt de verkoper/reparateur voor een passende oplossing voor vervoersproblemen van de
consument.
5. De verkoper moet op de koopovereenkomst de kilometerstand van de auto zetten, na controle
in het tellerstandenregister. De verkoper staat er voor in dat de op de overeenkomst vermelde
stand ‘logisch’ is, tenzij expliciet op de overeenkomst is vermeld dat deze ‘onlogisch’ is en de
consument met deze vermelding uitdrukkelijk schriftelijk heeft ingestemd.
6. Op los geleverde gebruikte onderdelen wordt nooit garantie verstrekt. Defecten die zijn
ontstaan buiten de Europese Economische Ruimte (EER) vallen niet onder de garantie op
gebruikte auto’s, tenzij de consument aantoont dat de defecten niet zijn ontstaan door van
de EER afwijkende omstandigheden, zoals relatief minder goede wegen of brandstof van een
slechtere kwaliteit.
Artikel 15 – BOVAG-reparatie- en onderhoudsgarantie op auto, onderdeel, accessoire
1. De reparateur staat ervoor in dat de verrichte werkzaamheden beantwoorden aan de opdracht.
De reparateur garandeert binnen de Europese Economische Ruimte en gedurende zes
maanden na het afleveren van de gerepareerde of onderhouden auto, onderdeel, of accessoire
dat de opdrachten met goed vakmanschap zijn uitgevoerd door hem, of dat hij de opdrachten
met goed vakmanschap heeft laten uitvoeren en dat hierbij goede materialen zijn gebruikt. Bij
een reparatie of vervanging op basis van deze garantie zorgt de verkoper/reparateur voor een
passende oplossing voor vervoersproblemen van de consument.
2. Er zijn uitzonderingen mogelijk, waardoor de garantie niet geldt:
2a. Deze garantie geldt niet wanneer de consument zelf materialen, onderdelen of accessoires
heeft meegenomen om te worden gebruikt door de reparateur. Deze garantie geldt ook niet als
de consument het gebruik van een bepaald materiaal/onderdeel/accessoires dat de reparateur
anders niet zou hebben gebruikt heeft geëist.
Wanneer de consument van de reparateur bepaalde methodes om werkzaamheden uit te
voeren heeft geëist, geldt de garantie niet, als de door de consument geëiste uitvoering afwijkt
van de methode die de reparateur anders had willen volgen. De gevolgen van gebreken of
ongeschiktheid van dit soort onderdelen, materialen, accessoires, of werkmethodes komen
dan ook voor rekening en risico van de consument, tenzij de reparateur in zijn deskundigheid
of in zijn zorgvuldigheid tekort is geschoten bij het (laten) uitvoeren van de werkzaamheden.
2b. Verzoekt de consument de reparateur om een noodreparatie aan de auto, onderdeel of
accessoire uit te voeren, dan wordt hierop geen garantie gegeven.
2c. Consument meldt zo spoedig mogelijk na het ontdekken van een probleem, dat hij problemen
ervaart aan de gerepareerde of onderhouden auto, onderdeel of accessoire. Laat consument
dit na, dan zou dit (als dat gelet op de omstandigheden redelijk is) tot gevolg kunnen hebben,
dat de consument niet langer met succes een beroep op garantie kan doen.
2d. Wanneer de reparateur geen kans van de consument krijgt om problemen aan de door hem
gerepareerde of onderhouden auto, onderdelen of accessoires zelf op te lossen, kan de
consument ook geen beroep op garantie doen. Tenzij de situatie in lid 3 zich voordoet.
2e. Wanneer een derde werk aan de door de reparateur gerepareerde of onderhouden auto,
onderdeel of accessoire uitvoert, kan de consument -tenzij de situatie uit lid 3 zich voordoetgeen beroep doen op garantie vanwege deze werkzaamheden. De consument heeft echter wél
een beroep op garantie, wanneer werk van een derde niets te maken heeft met het werk dat
de reparateur al eerder op deze auto, dit onderdeel of accessoire had uitgevoerd of had laten
uitvoeren.
3. Een uitzondering op lid 2 sub d en e kan zich voordoen als er direct noodzaak tot herstel
van de herstelde of onderhouden auto is. De noodsituatie moet zich dan wel op een locatie
voordoen, die niet in de buurt ligt van het bedrijfspand van de reparateur. Consument moet
deze noodzaak ook aan kunnen tonen. Dit kan de consument doen met gegevens van
het andere bedrijf of met de kapotte auto-onderdelen. Wordt binnen de landsgrenzen van
Nederland door een ander bedrijf hersteld, dan moet dit bedrijf lid zijn van BOVAG. Treedt de
noodsituatie op buiten de landsgrenzen van Nederland en is de auto door een in het buitenland
gevestigd derde bedrijf hersteld, dan worden de kosten van deze buitenlandse derde vergoed
tot maximaal het prijspeil zoals dit in het bedrijf van de reparateur geldt.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 16 – De betaling
1. Betalen moet contant of door middel van bijschrijving op de bankrekening van verkoper/
reparateur.
2. Betaling moet gebeuren op het moment van het afleveren van de auto, onderdeel of accessoire
of bij het opleveren van de werkzaamheden.
3. Verkoper/reparateur en consument kunnen schriftelijk afspreken dat er niet direct betaald
hoeft te worden. Wordt geen exact betalingsmoment vastgesteld, dan is de betalingstermijn
één maand.
4. De consument moet het verschuldigde bedrag betalen vóór het verstrijken
van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan stuurt de verkoper/reparateur
na die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft hij de consument
de gelegenheid om binnen veertien dagen na ontvangst van deze
betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
5. Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet betaald is, mag de verkoper/
reparateur rente in rekening brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan
de wettelijke rente.
6. Ook mogen incassokosten in rekening worden gebracht voor buitengerechtelijke kosten. De
hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel
van de consument worden afgeweken.
Artikel 17 – Eigendomsvoorbehoud op een auto
De aan de consument geleverde auto blijft eigendom van de verkoper tot de consument alles
wat hij op grond van de koopovereenkomst moest betalen heeft betaald. Totdat de consument
de formele eigendom van deze auto heeft gekregen, moet hij de auto WA + casco verzekeren, de
kosten betalen en het risico op het beschadigd of vermist raken van de auto dragen. Ook moet
hij op zijn kosten het onderhoud laten uitvoeren. Koper is als houder en berijder van de auto
aansprakelijk.
Artikel 18 – Op afstand/buiten verkoopruimte
Consument heeft rechten en plichten die volgen uit de bepalingen voor overeenkomsten tussen
handelaren en consumenten, zie boek 6 titel 5 afdeling 2b BW.
Dit geldt alleen wanneer een overeenkomst/opdracht op afstand en buiten verkoopruimtes is
gesloten, in de zin van 6: 230g BW. De wettelijke bepalingen gelden dan in aanvulling van en in
afwijking op deze algemene voorwaarden.
Artikel 19 – Afwijkingen
Afwijkingen, en daarmee worden ook aanvullingen of uitbreidingen van deze algemene
voorwaarden bedoeld, zijn uitsluitend geldig wanneer deze door beide partijen schriftelijk zijn
vastgelegd en wanneer de consument door deze afwijkingen niet in een ongunstigere positie
wordt gebracht dan hij of zij zonder deze afwijkingen zou hebben. Afwijkingen van het BOVAG
Garantiebewijs en van de BOVAG-reparatie- en onderhoudsgarantie zijn ongeldig.
Artikel 20 – Bemiddelingsregeling
1. Een consument die klachten heeft over de verkoop van een gebruikte auto, over de verkoop
van een nieuwe auto, onderdeel of accessoire of over het uitvoeren van de BOVAG-reparatieen onderhoudsgarantie, moet daarmee eerst naar de verkoper/reparateur gaan. Als blijkt
dat de consument niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door de
verkoper/reparateur, geldt het volgende: de consument kan een geschil over een opdracht
of overeenkomst binnen zes weken na het ontstaan voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De
bemiddelingspoging zal gaan volgens een reglement dat partijen vooraf hebben gekregen.
Het adres van BOVAG Bemiddeling is: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. Telnr. 030-6595395
(lokaal tarief). De consument moet voor hulp bij bemiddeling alleen aanspraak kunnen maken
op zijn wettelijke rechten gedurende de periode van de wettelijke omkering van de bewijslast
zijnde zes maanden na aflevering of aanspraak kunnen maken op BOVAG Garantie, beide zoals
bedoeld in artikel 14. De consument kan ten alle tijden er ook voor kiezen de klacht aan de
geschillencommissie voor te leggen. Zie voor een uitleg van deze procedure artikel 21. Gaat
het om een nieuw gekochte auto of om gekochte nieuwe onderdelen of accessoires, dan is
een beroep op BOVAG Bemiddeling alleen mogelijk als de consument geen beroep kan doen
op een door de fabrikant of importeur van deze nieuwe zaak afgegeven garantie.
Artikel 21 – Geschillenregeling
1. Als er een geschil is over de manier waarop de opdracht of de overeenkomst tot stand is
gekomen of is uitgevoerd, kan de consument of de verkoper/reparateur het geschil voorleggen
aan de Geschillencommissie Voertuigen. Adres: De Geschillencommissie, Postbus 90600, 2509
LP te Den Haag (bezoekadres Borderwijklaan 46, 2591 XR te Den Haag). Consument kan er op
dat moment ook voor kiezen om met zijn geschil naar de rechter te gaan.
2. Deze geschillenregeling geldt alleen bij geschillen tussen consumenten en leden van BOVAG
Autobedrijven.
Zij geldt bij:
a. de overeenkomst van koop en verkoop van een nieuwe auto, onderdeel of accessoire. Dit
tenzij door de consument wordt geklaagd op basis van een door de fabrikant of importeur
van de auto, onderdeel of accessoire afgegeven garantie.
b. de overeenkomst van koop en verkoop van een gebruikte auto.
c. de in artikel 15 van deze algemene voorwaarden genoemde BOVAG-reparatie- en
onderhoudsgarantie.
3. Het geschil moet binnen twaalf maanden na de datum waarop de consument bij de verkoper/
reparateur heeft geklaagd bij de Geschillencommissie Voertuigen aanhangig worden gemaakt.
Is deze keuze voor de geschillencommissie eenmaal gemaakt, dan kan de consument
vervolgens alleen nog naar de rechter toe, nadat de geschillencommissie zich eventueel
onbevoegd of niet ontvankelijk verklaart, of om een door de geschillencommissie gemaakt
bindend advies tijdig door de rechter marginaal te laten toetsen. Het inschakelen kan
schriftelijk gebeuren, of in een andere door de Geschillencommissie Voertuigen te bepalen
vorm. Van een geschil is sprake nadat de klachtafhandeling door de verkoper/reparateur en/of
via de bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling niet succesvol is geweest.
4. De Geschillencommissie Voertuigen doet uitspraak in de vorm van een bindend advies. Dit
gebeurt volgens een reglement dat aan de beide partijen bij het geschil vooraf ter kennis
wordt gebracht. Dit reglement maakt deel uit van deze afspraken tussen consument en het
BOVAG-lid.
5. Voor de behandeling van het geschil door de Geschillencommissie Voertuigen moet de
consument een vergoeding betalen.
6. Een uitspraak van de Geschillencommissie Voertuigen kan niet meer door een rechter
aangetast worden als er meer dan twee maanden na de verzending ervan zijn verstreken en er
geen beroep op de gewone rechter is gedaan voor een marginale toets.
Artikel 22 – Nakomingsgarantie
BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de geschillencommissie
door de verkoper/reparateur die bij BOVAG is aangesloten. Dat is echter niet het geval als de
verkoper/reparateur besluit het bindend advies binnen twee maanden ter toetsing aan de rechter
voor te leggen en de rechter het bindend advies onverbindend verklaart en tegen het vonnis niet
meer opgekomen kan worden. De garantstelling geldt tot €910,- en onder de voorwaarde dat
de consument zijn vordering op de verkoper/reparateur aan BOVAG overdraagt. Bij bedragen
groter dan €910,- zal BOVAG voor het meerdere proberen de verkoper/reparateur via de rechter
tot betaling te bewegen. Lukt dat, dan wordt het geïncasseerde boven €910,- aan de consument
overgedragen.
BOVAG verschaft geen nakomingsgarantie als er sprake is van één van deze situaties, voordat
de consument heeft voldaan aan bepaalde formele innamevereisten (betaling klachtengeld,
retournering ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting) die nodig
zijn voor het in behandeling nemen van het geschil. Het gaat om de situatie van faillissement,
surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van de verkoper/reparateur. Bepalend voor de laatste
situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een
eerdere datum, waarvan BOVAG aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn
beëindigd. BOVAG keert wel een bedrag tot maximaal €910,- per geschil uit als het faillissement
of de surseance is uitgesproken of de verkoper/reparateur haar bedrijf heeft beëindigd nadat de
consument heeft voldaan aan de innamevereisten.
Artikel 23 – Persoonsgegevens
De persoonsgegevens van consument die worden vermeld op de overeenkomst of de
opdracht worden door verkoper/reparateur verwerkt overeenkomstig de Wet Bescherming
Persoonsgegevens/de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Aan de hand van deze
verwerking kan de verkoper/reparateur:
– de opdracht uitvoeren of de koopovereenkomst uitvoeren en zijn garantieverplichtingen
jegens de consument nakomen;
– de consument een optimale service verlenen;
– hem in geval van een gerechtvaardigd belang tijdig voorzien van actuele productinformatie en
hem gepersonaliseerde aanbiedingen doen.
– de autogegevens worden opgenomen in het tellerstandenregister uit artikel 14. In dit
systeem worden afgelezen kilometerstanden geregistreerd om fraude met kilometertellers te
voorkomen.
– daarnaast kunnen de persoonsgegevens in geval van een gerechtvaardigd belang
beschikbaar worden gesteld aan de vereniging INDI ten behoeve van het schonen van de
persoonsgegevens.
Tegen verwerking van persoonsgegevens in de zin van de wet ten behoeve van direct mailing
wordt het eventueel door de consument bij de verkoper/reparateur aan te tekenen verzet
gehonoreerd.
Artikel 24- Rechtskeuze
Op deze overeenkomst is Nederlands Recht van toepassing.
A

Algemene voorwaarden FOCWA schade (1 juli 2020)

ALGEMENE VOORWAARDEN voor ondernemingen aangesloten bij de Nederlandse vereniging
van ondernemers in het carrosseriebedrijf (FOCWA‐voorwaarden)

Artikel 1. Definities
In deze voorwaarden wordt onder de volgende begrippen verstaan:
1.1 Gebruiker: het lid van de vereniging FOCWA die deze algemene voorwaarden in een overeenkomst gebruikt.
1.2 Wederpartij: de natuurlijke‐ of rechtspersoon, dan wel zijn rechtsopvolger, ten behoeve van wie door of vanwege
gebruiker diensten worden verricht, zaken worden geleverd, een werk tot stand wordt gebracht of enige andere
rechtshandelingwordt uitgevoerd.
1.3 Consument: een wederpartij, natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of
bedrijf.
1.4 Zakelijke opdrachtgever: een wederpartij, een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die in het kader
van de uitoefening van beroep of bedrijf aan opdrachtnemer opdracht heeft gegeven tot het verrichten
van werkzaamheden.
1.5 Object: waarop de offerte van gebruiker of de overeenkomst tussen gebruiker en wederpartij betrekkin g
heeft, zijnde personen- en of bestelauto’s (met een max. gewicht tot 3500 kg) en of campers die (kunnen)
deelnemen aan het wegverkeer en uitsluitend of mede door een mechanische kracht, dan wel door
elektrische tractie worden voortbewogen, met uitzondering van fietsen met trapondersteuning. Een object
kan tevens een voertuig zijn dat is bestemd om door een voertuig, zoals genoemd in de vorige zin, te
worden voortbewogen.
1.6 Consumentengeschil: een geschil tussen gebruiker en een consument.
1.7 Zakelijk geschil: een geschil tussen gebruiker en een zakelijke opdrachtgever.
1.8 Stichting FOCWA Zekerheidsfonds: de stichting heeft aIs doel garant te staan voor het verrichten van
compensaties in natura aan opdrachtgevers en nakoming van verplichtingen van leden, onder
voorwaarden en begrenzingen zoals vermeld in de statuten en reglementen van de Ve reniging FOCWA.
1.9 FOCWA-Nivre Geschillencommissie: een onafhankelijke commissie die bemiddelt en beoordeelt in
geschillen tussen een particulier en een FOCWA-lid.
1.10 Reparatie: alle (Schadeherstel)werkzaamheden aan de carrosserie, het chassis, het interieur en/of de ruiten
van een Object (o.a. herstellen, spuiten, vervangen en richten). Ook de werkzaamheden aan de motor en
voertuigsystemen worden gezien als Reparatie, voor zover deze werkzaamheden volgen uit de werkzaamheden die
zijn genoemd in de vorige zin.
Artikel 2. Toepasselijkheid
2.1 Deze algemene voorwaarden zijn minimaal van toepassing op en maken deel uit van alle overeenkomsten tussen
gebruiker en wederpartij, alsmede op de hieruit voortvloeiende overeenkomsten en verdere (rechts‐)
handelingen van gebruiker met, voor of jegens de wederpartij. Indien de algemene voorwaarden eenmaal
van toepassing zijn, blijven zij van toepassing op nieuwe overeenkomsten tussen partijen, tenzij
uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
2.2 De wederpartij kan deze algemene voorwaarden ook inzien bij de Kamer van Koophandel onder het KVKnummer 27370671.
2.3 Deze algemene voorwaarden zullen te allen tijde prevaleren boven die, welke eventueel door de
wederpartij worden gehanteerd. Voor zover nodig wijst gebruiker hierbij uitdrukkelijk de toepasselijkheid
van die algemene voorwaarden van de wederpartij van de hand.
2.4 Indien enige bepaling van deze voorwaarden wordt vernietigd dan wel nietig of anderszins niet
afdwingbaar blijkt, zal het eventueel wel rechtsgeldige gedeelte daarvan in stand blijven. Het vernietigde,
nietige of niet afdwingbare gedeelte zal worden vervangen door een bepaling die de bedoelingen van die
oorspronkelijke bepaling weergeeft voor zover maximaal rechtens toegestaan.
2.5 Bij strijdigheid tussen de inhoud van de tussen gebruiker en wederpartij gesloten overeenkomst en deze
voorwaarden, gaan de bepalingen uit de overeenkomstvoor, voorzover deze overeenkomst schriftelijk is vastgelegd
en voor zover de consument door deze afwijkingen niet in een ongunstigere positie wordt gebracht dan hij of zij
op basis van deze voorwaarden zou hebben.
Artikel 3. Aanbod en offertes
3.1 Elk aanbod, waaronder nadrukkelijk elke offerte wordt verstaan, door gebruiker gedaan, wordt geacht
vrijblijvend te zijn gedaan, ook indien het aanbod een termijn voor aanvaarding inhoudt.
3.2 Indien uit de aard van het aanbod of uit het aanbod zelf geen termijn voor aanvaarding blijkt, dan is het
aanbod gedurende twee weken na dagtekening van het aanbod geldig.
3.3 De gebruiker betracht de nodige zorgvuldigheid bij het formuleren van zijn offertes, waaronder begrepen
prijslijsten, brochures en andere gegevens die op enige (aanstaande) rechtsbetrekk ing tussen gebruiker en
wederpartij kan (gaan) duiden.
3.4 De gebruiker is niet aansprakelijk voor evidente fouten en verschrijvingen in de offerte.
Artikel 4. Wijzigingen
4.1 Partijen kunnen slechts schriftelijk afwijkende voorwaarden of wijzigingen van de overeenkomst
overeenkomen. Deze zullen geen deel uitmaken van deze algemene voorwaarden.
4.2 Indien tijdens het uitvoeren van werkzaamheden blijkt dat deze niet of niet geheel uitvoerbaar zijn
vanwege de staat van het object, de onderdelen daarvan of de door de wederpartij ter beschikking gestelde
zaken, zal de gebruiker de wederpartij daarvan op de hoogte brengen. Partijen zullen dan in onderling overleg
bepalen of de overeenkomst dient te worden gewijzigd, voor zover geen relevante stelposten of verrekenbare
hoeveelheden, zoals bedoeld in artikel 5, zijn opgenomen. De aldus overeengekomen wijzigingen van de
overeenkomstzijn slechts bindend, nadat deze schriftelijk is overeengekomen (ondertekend).
Artikel 5. Stelposten meer‐ en minderwerk
5.1 Indien in een overeenkomst voor bepaalde werkzaamheden geen vaste prijs is opgenomen (één of meer verrekenbare
hoeveelheden), zullen de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden en geleverde en/of ge‐ en verbruikte
hoeveelheden worden verrekend.
5.2 Zodra de gebruiker voorziet, dat een in de overeenkomst opgenomen bedrag (of bedragen) met meer dan
10% zal overschrijden, is de gebruiker gehouden de wederpartij hiervan in kennis te stellen. Partijen zullen
alsdan in onderling overleg bepalen of de overeenkomst dient te worden gewijzigd.
5.3 De overeengekomen wijzigingen van de overeenkomst zijn slechts bindend, nadat deze schriftelijk door de
gebruiker zijn bevestigd en deze bevestiging door beide partijen is ondertekend.
5.4 Zowel de gebruiker als de wederpartij hebben het recht om bij de in artikel 5.2 bedoelde situatie de
overeenkomst te ontbinden, zonder dat enige ingebrekestelling noodzakelijk is. De door de gebruiker tot het
moment van ontbinding verrichte werkzaamheden zullen in dat geval evenwel door de wederpartij verschuldigd
blijven.
Artikel 6. Prijzen
6.1 Indien de wederpartij consument is, gelden prijzen inclusief BTW en overige heffingen, tenzij door de gebruiker
anders wordt vermeld. Indien de wederpartij geen consument is, gelden prijzen exclusief BTW en overige
heffingen, tenzij door de gebruiker schriftelijk anders wordt vermeld.
6.2 Indien na het doen van een aanbod door gebruiker of na de totstandkoming van een overeenkomst en voor het
overeengekomen tijdstip van op‐ of aflevering en/of beëindiging van de werkzaamheden de prijzen van
hulpmaterialen, grondstoffen of onderdelen, de lonen of welke prijsbepalende factoren dan ook, zijn
gewijzigd, mag de gebruiker de prijs overeenkomstig aanpassen. Indien de prijswijziging naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, is de consument bevoegd de overeenkomst te
ontbinden.
6.3 Prijsverhogingen voortvloeiende uit een op verzoek van de wederpartij verrichte aanvullin gen en/of
wijzigingen van de overeenkomst, zijn voor rekening van de wederpartij.
6.4 Ter zake van de uitgevoerde werkzaamheden wordt door de gebruiker op verzoek van de wederpartij een
gespecificeerde nota verstrekt. Indien vooraf een prijs is overeengekomen, wordt op verzoek van de
wederpartij een schriftelijke specificatie van de werkzaamheden verstrekt.
6.5 De wederpartij dient eventuele bezwaren tegen enige nota of factuur binnen (10) tien dagen na ontvangst
daarvan kenbaar te maken, op straffe van verval van rechten.
Artikel 7. Betaling
7.1 Betaling dient te geschieden voor de op‐ of aflevering van het object, tenzij partijen anderszins zijn
overeengekomen.
7.2 Indien betaling na de op‐ of aflevering van het object wordt overeengekomen, is de wederpartij verplicht
de verschuldigde vergoeding of het resterende gedeelte te voldoen binnen de overeengekomen
betalingstermijn, zoals opgenomen in de offerte.
7.3 Gebruiker kan op haar facturen een betalingstermijn van maximaal dertig (30) dagen toepassen en legt die
termijn vast in haar offerte.
7.4 De vordering van gebruiker is evenwel terstond geheel opeisbaar, waarbij het verzuim van de wederpartij
tegelijkertijd intreedt, indien:
a. de wederpartij een verzoek tot surséance van betaling indient of surséance van betaling is verleend, haar
faillissement is aangevraagd of zij in staat van faillissement is verklaard of tot boedelafstand overgaat;
b. beslag op het geheel, dan wel een gedeelte van het eigendom van de wederpartij wordt gelegd;
c. de wederpartij haar bedrijf, of althans een wezenlijk deel daarvan, staakt, vervreemdt, aandelen daarin
overdraagt aan een derde of op andere wijze voortzet.
7.5 Schulden van de wederpartij – ongeacht uit welke hoofde dan ook – dienen aan de gebruiker contant of
via bancaire overschrijving te worden voldaan.
7.6 De wederpartij wordt in de wederkerige overeenkomst met de gebruiker geacht als eerste te presteren.
De prestatie van de gebruiker bestaat in dit verband uit op‐ of aflevering van het object.
7.7 Indien de wederpartij enig verschuldigd bedrag niet tijdig voldoet is zij van rechtswege in verzuim zonder
dat enige ingebrekestelling noodzakelijk is. De wederpartij (geen consument zijnde) is vanaf dat moment
een rente verschuldigd van 1% per maand (waarbij een gedeelte van een maand als maand wordt
beschouwd) over het verschuldigde bedrag tot aan de gehele voldoening daarvan, tenzij de wettelijke
rente hoger is. In dat geval is de wettelijke rente verschuldigd tot aan de gehele voldoening van enig
verschuldigd bedrag. Alle buitengerechtelijke incassokosten zijn voor rekening van de wederpartij (geen
consument zijnde). De wederpartij (geen consument zijnde) is aan buitengerechtelijke incassokosten 15%
over het verschuldigde bedrag verschuldigd met een minimum van ad € 250,00, voor zover wettelijk
toegestaan.
7.8 De consument is, wanneer zij enig bedrag niet tijdig voldoet, in verzuim nadat gebruiker wederpartij de
eerste keer een herinnering heeft verstuurd met een termijn van veertien (14) dagen. Deze consument is,
vanaf het moment dat deze in verzuim is, buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente verschuldigd
over het openstaande bedrag. De buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente zijn gelijk aan de wettelijk
maximaal toegestane vergoeding ter zake buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De
buitengerechtelijke kosten zijn verschuldigd indien de consument na het intreden van het verzuim n iet
binnen veertien dagen na aanmaning, waarin de buitengerechtelijke kosten zijn aangezegd, alsnog het
verschuldigde heeft voldaan.
7.9 Indien gebruiker de wederpartij in rechte moet betrekken om nakoming van de overeenkomst af te
dwingen, is de wederpartij gehouden alle in verband met de gerechtelijke procedure gemaakte kosten,
zoals de kosten voor rechtsbijstand en raadslieden, te betalen indien gebruiker geheel of gedeeltelijk in
het gelijk wordt gesteld. Onder voornoemde kosten worden mede beg repen de kosten van de vrijwaring.
7.10 Door de wederpartij gedane betalingen zullen eerst in mindering strekken van de verschuldigde kosten,
vervolgens van de verschuldigde rente en ten slotte van de verschuldigde vergoeding.
7.11 Gebruiker heeft de bevoegdheid tot verrekening conform artikel 6:127 e.v. BW. De wederpartij heeft
nimmer de bevoegdheid tot verrekening.
Artikel 8. Levertijd
8.1 De door gebruiker vermelde (op‐/af‐)levertijd van het object is geen fatale termijn in de zin van artikel 6:83
sub a BW maar een vrijblijvend opgegeven termijn.
8.2 Wijzigingen in de overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 4.1 en artikel 5.2, kunnen leiden tot overschrijding
van eventueel voorafgaand opgegeven levertijden. In geval van wijziging wordt de levertijd geacht te zijn
verlengd met een niet‐fatale termijn naar verhouding met de overeengekomen wijzigingen.
8.3 Na het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden en kennisgeving daarvan door de gebruiker
aan de wederpartij, dient de wederpartij he t betreffende object binnen één week na verzending van de
kennisgeving op te halen.
8.4 Indien de wederpartij niet aan de in lid 8.3 van dit artikel genoemde verplichting voldoet, is zij niettemin
gehouden de verschuldigde prijs te betalen, als ware het object aan haar afgeleverd. In dat geval mag de
gebruikerbovendien redelijke stallings‐ of opslagkosten bij de wederpartij in rekening brengen.
Artikel 9. Garantie
9.1 De gebruiker garandeert dat de door hem verrichte of aan derden uitbestede werkzaamheden naar goed
vakmanschap worden uitgevoerd.
9.2 De garantietermijn voor Reparatie geldt gedurende een periode genoemd in Tabel 1 (te vinden achteraan
deze voorwaarden) vanaf de opleverdatum van het object.
9.3 Voor de gebruikte onderdelen en materialen geldt de garantie van de leverancier of de fabrikant van deze
onderdelen.
9.4 Indien Reparatie wordt verricht aan de carrosserie van een Object waarvoor nog de fabrieksgarantie geldt,
wordt door het Bedrijf ten aanzien van de gerepareerde delen de resterende termijn van de
fabrieksgarantie overgenomen wanneer de wederpartij deze fabrieksgarantie verliest of dreigt te
verliezen.
9.5 Wanneer het door omstandigheden voor de gebruiker redelijkerwijs niet mogelijk is zelf tot Repara tie over
te gaan op een Object, waarvoor een beroep op Garantie wordt gedaan, kan gebruiker, voor zover rechtens
toegestaan, van de wederpartij verlangen het Object naar de locatie van een derde FOCWA lidbedrijf te
vervoeren voor onderzoek, dan wel de Reparatie of anderszins onder de garantie vallende werkzaamheden door
een derde te laten uitvoeren. De kosten hiervan zullen voor rekening van de wederpartij komen wanneer blijkt dat
ten onrechte een beroep op Garantie is gedaan.
Garantieuitsluitingen
9.6 De garantie zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel geldt niet in geval van:
a. gebreken die het gevolg zijn van een niet door of namens het Bedrijf onzorgvuldig uitgevoerde behandeling
en/of blootstelling van het Object aan extreme omstandigheden, dan wel het gevolg zijn van niet door of namens
het Bedrijf bij uitvoering gemaakte constructiefouten met betrekking tot het Object;
b. gebreken die zijn ontstaan door het gebruik van zaken, niet zijnde (oorspronkelijk onderdelen van) het Object,
die door de wederpartij aan het Bedrijf ter beschikking zijn gesteld;
c. bij daglicht niet met het blote oog waarneembare kleurverschillen (in de laklaag van het Object);
d. aantasting van de laklaag van het object ontstaan:
I. door van buiten komende oorzaken;
II. aan niet door het Bedrijf aangebrachte of niet door het Bedrijf bewerkte delen;
e. gebreken aan het Object die zijn ontstaan doordat door het Bedrijf een nadere behandeling, in opdracht van of
vanwege handelingen van de wederpartij, niet is uitgevoerd, terwijl deze nadere behandeling naar goed
vakgebruik wel noodzakelijk was en waarvan de noodzaak door het Bedrijf schriftelijk aan de wederpartij uiterlijk
bij op- of aflevering van het Object kenbaar is gemaakt;
f. eventuele gevolgschade zoals bedoeld in artikel 10.3 van deze algemene voorwaarden.
g. de volgende werkzaamheden: wassen, reinigen, poetsen, polijsten, het aanbrengen van waslagen en het
uitvoeren van een lakverzegeling.
h. noodreparaties, waaronder verstaan: het op tijdelijke basis rijklaar maken van het object.
i. defecten en/of klachten die het gevolg zijn van het niet uitvoeren van noodzakelijk voorgeschreven periodiek
onderhoud.
Garantiebeperkingen
9.7 Het Bedrijf is gerechtigd aan de wederpartij mede te delen, dat op een te verkrijgen overeenkomst de garantie,
zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel, niet van toepassing is of dat de garantietermijn zal worden verkort voor:
a. onderdelen dan wel Reparatie ten aanzien waarvan het Bedrijf zich niet kan verenigen met een aan haar door
de wederpartij voorgeschreven keuze van zaken zoals materialen, onderdelen en/of werkmethoden;
b. te bewerken onderdelen die zich in een staat bevinden die het onmogelijk maakt om de aanwezige gebreken
– waaronder corrosie – afdoende te verhelpen c.q. te verwijderen alsmede wanneer de onderdelen niet door de
Gebruiker zijn voorbewerkt.
9.8 De in punt 7 van deze bepalingen bedoelde uitsluitingen c.q. verkortingen van de garantie zal het Bedrijf vóór
acceptatie van de overeenkomst aan de wederpartij mededelen.
Vervallen van garantie
9.9 De aanspraak op de garantie, zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel, vervalt indien:
a. de wederpartij het object niet binnen de door de gebruiker schriftelijk vastgestelde periodieke termijn ter
beoordeling/controle aanbiedt;
b. de wederpartij bij zichtbare gebreken haar reclames niet binnen een maand na aflevering, of binnen een maand
na het ontdekken daarvan, van het object schriftelijk met een duidelijke omschrijving van de klachten bij de
gebruiker indient;
c. de wederpartij bij niet uiterlijk zichtbare gebreken zijn reclames niet binnen veertien (14) dagen na het
tevoorschijn treden van deze gebreken schriftelijk en met duidelijke omschrijving van de klachten bij het Bedrijf
indient;
d. gebreken die verband houden met elektronische storingen die niet binnen één maand na aflevering van het
Object schriftelijk en met een duidelijke omschrijving van de klachten bij het Bedrijf kenbaar worden gemaakt.
e. de wederpartij het Bedrijf niet in de gelegenheid stelt om het gebrek te verhelpen;
f. de wederpartij zonder toestemming van het Bedrijf werkzaamheden aan het Object heeft laten verrichten die
verband houden met de door het Bedrijf verrichte Reparatie, tenzij de noodzaak van het onmiddellijk verrichten
van deze werkzaamheden door de wederpartij kan worden aangetoond.
g. wederpartij het eigendom van het object verliest en de garantie volgens de voorwaarden niet naar de
rechtsvolgende overgaat.
h. een derde werk uitvoert aan uitgevoerde werkzaamheden door de gebruiker.
Artikel 10. Aansprakelijkheid en vrijwaring
10.1 De aansprakelijkheid van gebruiker voor enigerleischade aan het object of zaken van de wederpartij is beperkt tot
het bedrag dat haar aansprakelijkheidsverzekeraar in het voorkomende geval uitkeert. Gebruiker zal gedurende de
looptijd van de overeenkomst een adequate bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hebben.
10.2 Gebruiker is niet aansprakelijk voor diefstal, vernieling of verlies van zaken van de wederpartij en/of van derden die
zich in of aan het object bevinden en die de gebruiker uit welken hoofde dan ook onder zich heeft. Onder zaken van
de wederpartij wordt tevens begrepen lading, inventaris en schriftelijke bescheiden en waardepapieren.
10.3 Gebruiker is niet aansprakelijk voor indirecte schade, waaronder mede begrepen ‐maar niet beperkt tot‐
gevolgschade, gederfde winst of enige schade voortvloeiend uit of verband houdend met het niet kunnen realiseren
van termijnen als bedoeld in artikel 8 en het afbreken van voorafgaande onderhandelingen.
10.4 De in dit artikel uiteengezette aansprakelijkheidsbeperkingen van gebruiker zijn niet van toepassing voor zover dit
in strijd is met toepasselijk dwingend recht of voor zover de schadeveroorzakende gebeurtenis is veroorzaakt door
opzet of bewuste roekeloosheid van gebruiker of haar hoogste leidinggevend personeel.
10.5 De wederpartij vrijwaart gebruiker tegen en stelt gebruiker schadeloos voor alle aanspraken van derden welke direct
of indirect, middellijk of onmiddellijk met de uitvoering van de overeenkomst samenhangen en alle daarmee
verband houdende financiële gevolgen.
Artikel 11. Overmacht
11.1 Een tekortkoming van de gebruiker zal hem niet worden aangerekend indien hij in een toestand van overmacht
verkeert.
11.2 Onder overmacht wordt verstaan: een tekortkoming die gebruiker niet kan worden toegerekend doordat zij niet te
wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of naar het maatschappelijk verkeer geldende
opvattingen voorzijn rekening komt. Onder overmacht wordt m ede begrepen:
a. bedrijfsstoornis of bedrijfsonderbreking van elke aard, en onverschillig op welke wijze ontstaan;
b. vertraagde of te late toelevering door een of meerdere leveranciers van gebruiker;
c. transportmoeilijkheden of ‐belemmeringen van welke aard dan ook, waardoor het vervoer naar gebruiker toe
of van gebruiker naar de wederpartij wordt gehinderd of belemmerd;
d. oorlog(gevaar) oproer, sabotage, overstroming, brand, uitsluitingen, bedrijfsbezetting, werkstakingen en
gewijzigde overheidsmaatregelen;
e. dat gebruiker door een (toerekenbare) tekortkomingof onzorgvuldigheid van derden niet in staat is zijn diensten
te verrichten
11.3 In geval van overmacht heeft de gebruiker binnen drie weken na het ontstaan van een omstandigheid die overmacht
oplevert het recht om naar keuze ofwel de termijn van op‐ of aflevering te wijzigen ofwel de overeenkomst
buitengerechtelijk te ontbinden, zonder gehouden te zijn tot het betalen van schadevergoeding.
11.4 Na ontbinding van de overeenkomstheeft de gebruikerrecht op vergoeding van de door hem reeds gemaakte kosten
en/of uitgevoerde werkzaamheden, welk recht bij reparatie en onderhoud de gebruikerslechts heeft voor zover de
wederpartij daar voordeel bij heeft.
Artikel 12. Vervangen onderdelen
12.1 De bij de werkzaamheden vervangen en/of achtergebleven onderdelen en/of materialenworden eigendom van de
gebruiker, tenzij partijen schriftelijk anderszins overeenkomen. In dat geval dient de wederpartij direct na de op‐ of
aflevering van het object deze onderdelen en/of materialen in ontvangst te nemen.
Artikel 13. Tekeningen en overige bescheiden
13.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, behoudt gebruiker de auteursrechten en alle rechten van
intellectueel eigendom op de door hem gedane aanbiedingen, verstrekte ontwerpen, afbeeldingen, tekeningen,
(proef)modellen, programmatuur en dergelijke, met uitzondering van expertiserapporten.
13.2 De rechten op de in lid 1 van dit artikel genoemde gegevens blijven eigendom van gebruiker ongeacht of aan de
wederpartij voor de vervaardiging ervan kosten in rekening zijn gebracht. Deze gegevens mogen zonder
voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van gebruiker niet worden gekopieerd, gebruikt of aan
derden getoond. De wederpartij is aan gebruiker per overtreding van deze bepaling een direct opeisbare boete
verschuldigd van € 25.000,=. Deze boete kan naast schadevergoeding op grond van de wet worden gevorderd.
13.3 De wederpartij moet de aan hem verstrekte gegevens als bedoeld in lid 1 van dit artikel op eerste verzoek binnen
een door gebruiker gestelde termijn retourneren. Bij overtreding van deze bepaling is de wederpartij aan
gebruiker een direct opeisbare boete verschuldigd van € 1.000,= per dag. Deze boete kan naast schadevergoeding
op grond van de wet worden gevorderd.
Artikel 14. Adviezen en verstrekte informatie
14.1 Wederpartij kan geen rechten ontlenen aan adviezen en informatie die hij van gebruiker krijgt als deze geen
betrekking hebben op de opdracht.
14.2 Als wederpartij aan gebruiker gegevens, tekeningen en dergelijke verstrekt, mag gebruiker bij de uitvoering van
de overeenkomst uitgaan van de juistheid en volledigheid hiervan. Dit met inachtneming van artikel 3.4 van deze
voorwaarden.
14.3 Wederpartij vrijwaart gebruiker voor elke aanspraak van derden met betrekking tot het gebruik van door of namens
wederpartij verstrekte adviezen, tekeningen, berekeningen, ontwerpen, materialen, monsters, modellen en
dergelijke.
Artikel 15. Ontbinding
15.1 Ontbinding van de overeenkomst vindt plaats door een schriftelijke verklaring van de daartoe gerechtigde. Alvorens
een schriftelijke ontbindingsverklaring tot een partij wordt gericht zal deze te allen tijde de ander schriftelijk in
gebreke stellen en deze een redelijke termijn gunnen om alsnog zijn verplichtingen na te komen dan wel
tekortkomingen te herstellen waarbij tekortkomingen nauwkeurig schriftelijk omschreven dienen te worden.
15.2 De consument is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen.
15.3 Indien de wederpartij niet, niet tijdig, niet volledig of niet behoorlijk voldoet aan enige betalingsverplichting,
voortvloeiende uit enige met de gebruiker gesloten overeenkomst en uit deze algemene voorwaarden, kan de
gebruiker zonder ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst de overeenkomst onmiddellijk geheel of
gedeeltelijk ontbinden.
15.4 Indien de wederpartij een natuurlijk persoon is, hebben de gezamenlijke erfgenamen bij zijn overlijden de
mogelijkheid om de werkzaamheden volledig uit te laten voeren, dan wel begonnen werkzaamheden te doen
staken met vergoeding van de kosten van reeds door de gebruiker verrichte werkzaamheden. De gezamenlijke
erfgenamen dienen binnen één maand na het overlijden van de wederpartij aan de gebruiker schriftelijk kenbaar
te maken voor welke mogelijkheid wordt gekozen, bij gebreke waarvan de gebruiker het recht heeft de
overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden. De gezamenlijke erfgenamen zijn en blijven in alle
gevallen zoals genoemd in de eerste zin van deze bepaling hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van de
vergoeding van gebruiker.
15.5 De gebruiker zal bij ontbinding van de overeenkomst, zoals bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel, gerechtigd zijn
betaling te vorderen van de gehele overeengekomen prijs, onverminderd het recht op vergoeding van de door hem
geleden schade en/of gederfde winst ten gevolge van de ontbinding van de overeenkomst. De winst wordt gesteld
op 15%.
Artikel 16. Eigendomsvoorbehouden retentierecht
16.1 Alle in het kader van een overeenkomst(op)geleverde en nog (op) te leveren zaken (waaronder ook objecten) blijven
uitsluitend eigendom van de gebruiker totdat alle vorderingen die de gebruiker heeft of zal verkrijgen op de
wederpartij in het kader van die overeenkomst, of andere gelijksoortige overeenkomsten, volledig zijn betaald.
16.2 Totdat de wederpartij aan de gebruiker alle in het kader van de overeenkomst (en/of van zowel eerdere als latere
soortgelijke overeenkomsten) verschuldigde bedragen heeft voldaan, kan de gebruiker de desbetreffende zaken
van de wederpartij onder zich houden en daarop zijn vordering met voorrang verhalen, tenzij de wederpartij ter
voldoening van deze bedragen voldoende zekerheid stelt.
16.3 Indien de ingevolge artikel 7 bepaalde termijn voor betaling van een verschuldigd bedrag voor werkzaamheden is
verstreken, is de gebruiker tevens gerechtigd de aan het object of onderdelen daarvan gemonteerde zaken die zijn
eigendom zijn, te demonteren voor zover daardoor geen schade wordt toegebracht aan het object. De gebruiker
kan de hieraan verbonden kosten in rekening brengen bij de wederpartij.

16.4 In geval van be‐ of verwerking door gebruiker van de in lid 1 van dit artikel genoemde zaken met door of vanwege
gebruiker verstrekte (hulp)zaken worden de be‐ of verwerkte zaken (hoofdzaken in de zin van artikel 3:4 BW) geacht
door de wederpartij aan de gebruiker in vuistpand te zijn verstrekt.
16.5 Indien werkzaamheden zijn verricht is de wederpartij verplicht de aan haar onder eigendomsvoorbehoud
(op)geleverde zaken met de nodige zorgvuldigheid en als herkenbaar eigendom van de gebruiker te bewaren.
16.6 Zolang er op door gebruiker geleverde of be‐ of verwerkte zaken een eigendomsvoorbehoud rust, mag de
wederpartij deze buiten zijn normale bedrijfsuitoefening niet bezwaren.
16.7 Indien de wederpartij in het kader van een overeenkomst in gebreke blijft met de nakoming van haar
betalingsverplichtingen of in betalingsmoeilijkheden verkeert, is de gebruiker gerechtigd de nog bij de wederpartij
aanwezige zaken, die in het kader van de overeenkomstonder eigendomsvoorbehoud zijn op‐ of afgeleverd, terug
te nemen onverminderd de overige rechten van de gebruiker. Voorts is de gebruiker gerechtigd om door be‐ of
verwerking nieuw ontstane objecten die bij de wederpartij aanwezig zijn als vuistpand onder zich te nemen en te
houden totdat de wederpartij aan al haar betalingsverplichtingen heeft voldaan.
16.8 Indien het vestigen van een vuistpand om voorkomende redenen niet mogelijk is, is de wederpartij verplicht om de
opgeleverde of nog op te leveren zaken via een authentieke of geregistreerde onderhandse akte aan gebruiker te
verpanden.
Artikel 17. (Consumenten)geschillen
17.1 Een consumentengeschil kan naar keuze van de consument, aan welke keuze de gebruiker is gebonden, door de
consument aanhangig worden gemaakt bij de FOCWA‐Nivre Geschillencommissie, die uitspraak zal doen in het geschil
tussen partijen bij wege van bindend advies.
17.2 Voor het geval geen gebruik wordt gemaakt van de diensten van een hierboven genoemde (Geschillen)commissie, is bij
uitsluiting bevoegd de arrondissementsrechtbank van het arrondissement waarin de gebruiker gevestigd is en/of zaak
doet, voorzover het een geschil betreft dat tot de bevoegdheid van een arrondissementsrechtbank behoort.
Artikel 18. FOCWA Zekerheidsfonds
18.1 Op het moment dat het Bedrijf niet voldoet aan een beroep op de garantie wegens niet vrijwillige bedrijfsbeëindiging
(bijvoorbeeld faillissement), dan kunt u een beroep doen op het FOCWA Zekerheidsfonds. Indien u aan de
voorwaarden voldoet zal het Zekerheidsfonds u compenseren in natura (het uitvoeren van de
garantiewerkzaamheden) of in financiële vorm. Kijk voor meer informatie op www.focwa.nl of bel met FOCWA (het
nummer kunt u vinden op de website).
Artikel 19. Verwerking van persoonsgegevens
19.1 De gebruiker bewaakt de privacy van de wederpartij en handelt daarbij volgens de bepalingen die zijn opgenomen
in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Er kan sprake zijn van verwerking van persoonsgegevens
bij:
a. het opmaken van offertes;
b. het voeren van correspondentie tijdens en na de overeenkomst;
c. het gebruik van voertuiggegevens ten behoeve van de overeenkomst;
d. de financiële afwikkelingen die voortvloeien of betrekking hebben op de overeenkomst;
e. de behandeling van een garantieclaim en een geschil;
f. overige handelingen die direct voortvloeien uit de overeenkomst.
Artikel 20. Toepasselijk recht en forumkeuze
20.1 Op deze voorwaarden en op aanbiedingen en overeenkomsten waarop de voorwaarden geheel of gedeeltelijk
betrekking hebben, alsmede op geschillen die uit deze voorwaarden voortvloeien of daarmee verband houden, is
uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
20.2 Geschillen die verband houden met of voortvloeien uit deze algemene voorwaarden zullen bij uitsluiting door de
bevoegde Nederlandse rechterworden beslecht.

Woerden, 1 juli 2020
Deze voorwaarden zijn op 12 mei 2020 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder het KVK-nummer 27370671.

ABVV en AVCM

Algemene Bergings- en Vervoers- Condities (ABVV/VBM) t.b.v. VBM LEDEN BERGING TRANSPORT OPSLAG BETALING LEVERING SOCIAL MEDIA POLICY

Versie: 16-6-2020

© Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Toelichting VBM ABVV De VBM Bergings- en Vervoerscondities (ABVV) zijn bedoeld als aanvulling op de Algemene Vervoers Condities (AVC). Berging betreft de werkzaamheden om een gestrand voertuig te plaatsen op een vervoermiddel en eventueel te vervoeren en af te leveren op de eindbestemming. Herstelwerkzaamheden behoren niet tot de berging. ZELFSTANDIG HANDELEN Berging wijkt in zoverre af van gewone transportopdrachten, dat de berger (= opdrachtnemer) voor een deel zelf zijn werkzaamheden moet invullen, dus zonder speciale instructies van de opdrachtgever. Veel bepalingen in de VBM ABVV gaan over deze situatie en geven een duidelijk kader aan de bevoegdheid en de verantwoording daarover van de berger. De berger moet ter plaatse zelfstandig oordelen welke handelingen noodzakelijk zijn voor de berging. Deze handelingen worden aangemerkt als aanvullende opdracht, tenzij overleg met de opdrachtgever mogelijk was. SPECIALE VRACHTBRIEF Het speciale aan een berging is, dat het te bergen voertuig meestal schade heeft (zichtbaar of onzichtbaar), maar dat deze schade nog niet (volledig) door de rechthebbende is vastgesteld. Daarom staan in de VBM ABVV afspraken voor het vaststellen van schade die het bergen en het eventueel daarop volgende vervoer veroorzaakt. Bergers gebruiken een speciale vrachtbrief. Deze vrachtbrief moeten zij invullen voordat zij gaan bergen. Op de vrachtbrief vermeldt de berger eventuele opmerkingen over de uiterlijke staat van het te bergen voertuig. Ook is de berger verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten voor de opdrachtgever. AANSPRAKELIJKHEIDSLIMIET BIJ BERGING De opdracht aan de berger kan zijn ‘het bergen van het gestrande voertuig’, eventueel gevolgd door de opdracht tot vervoer. De VBM ABVV heeft voor beide opdrachten de aansprakelijkheid van de berger gedefinieerd en gelimiteerd. De berger is aansprakelijk voor de schade die aan het voertuig is ontstaan tijdens het bergen, tenzij hij redelijke zorg heeft betracht. De berger wordt verondersteld redelijke zorg te hebben betracht, als hij aantoont dat “gelet op de omstandigheden van het geval, de schade het gevolg heeft kunnen zijn van de bijzondere risico’s verbonden aan de berging van het voertuig”. Schades ten kosten van derden, welke niet voorkomen hadden kunnen worden bij de uitvoering van de berging, komen ten laste van de kentekenhouder van het geborgen voertuig (doorbelasting). Als de berger toch aansprakelijk is, dan is de schadevergoeding gelimiteerd tot € 23.000,- voor schade aan het voertuig, € 1.000,- voor schade aan de bagage (= persoonlijke bezittingen van de inzittenden) en € 3,40 per kilo voor schade aan de lading. APARTE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING BIJ VERVOER (TRANSPORT) De opdrachtgever vrijwaart de berger voor schade aan derden of aan het milieu indien door het bergen veroorzaakt, tenzij de opdrachtgever de schuld van de berger bewijst. Dit is een verzwaring van de bewijslast van de opdrachtgever. Als de berger het gestrande voertuig ook moet vervoeren, geldt voor dit vervoer een aparte aansprakelijkheidsregeling. De berger is aansprakelijk voor schade aan het voertuig, exclusief lading en bagage, die is ontstaan tijdens het vervoer. Een beroep op vervoerdersovermacht is niet mogelijk, met uitzondering van schade als gevolg van oorlogsrisico, stakersrisico, of insolvabiliteit van de verzekeraar. Aansprakelijkheid voor schade aan lading en bagage wordt vastgesteld conform de normen uit de AVC, met uitzondering van geld en andere kostbaarheden. Ook de schadevergoeding voor schade door vervoer is gelimiteerd tot € 23.000,- voor het voertuig, € 1.000,- voor de bagage en € 3,40 per kilo voor de lading. GEADRESSEERDE MOET MEEWERKEN De geadresseerde moet meewerken aan de aflevering van het voertuig. Als hij dit niet doet, mag de berger het voertuig opslaan, stallen of parkeren. Hieruit voortvloeiende (bijkomende) kosten zal de berger zelf verhalen op belanghebbenden. De berger moet de opdrachtgever hiervan z.s.m. op de hoogte stellen. Na verloop van één week mag de berger het voertuig verkopen en uit de opbrengst zijn kosten en vorderingen betalen, onder de voorwaarden zoals vermeld in artikel 10 van de VBM ABVV. Verder geeft de VBM ABVV nog enkele aangepaste bepalingen voor retentie, betalingsvoorwaarden, bewijskracht van de vrachtbrief en een deels verkorte verjaring. AVC 2002 https://www.sva.nl/nl/vervoerrecht/teksten-downloads/avc-2002 Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 4 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Inhoudsopgave Artikel 1 Definities Artikel 2 Werkingssfeer Artikel 3 Verplichtingen van de betrokken partijen Artikel 4 CMR Condities Artikel 5 Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de partijen Artikel 6 De opdracht Artikel 7 De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het bergen en het vervoer na de berging Artikel 8 De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het transporteren van voertuigen Artikel 9 De aansprakelijkheid van de berger / vervoerder bij het verlenen van pechhulp Artikel 10 Verplichtingen van de geadresseerde Artikel 11 Schade afhandeling Artikel 12 Zekerheden Artikel 13 Betalings- en leveringsvoorwaarden Artikel 14 Bewijs en verjaring Artikel 15 Arbitrage Artikel 16 Aanvullende bepalingen met betrekking tot transport buitenland en opslag van goederen Artikel 17 Social media policy Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 5 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: 1. AVC: De Algemene Vervoercondities 2002, zoals laatstelijk vastgesteld door Stichting vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam. 2. VBM ABVV: De Algemene Berging- en Vervoercondities, zoals laatstelijk vastgesteld door de Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) en gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam. 3. Voertuig: Een vervoermiddel op twee of meer wielen, alsmede de aanwezige accessoires, bagage en lading. 4. Cartransporter: Een voertuig speciaal ingericht voor het vervoer van motorvoertuigen over de weg. 5. Motorvoertuig: Een nieuw of gebruikt motorisch voortgedreven vervoermiddel op meer dan twee wielen, alsmede de aanwezige accessoires. 6. Accessoires: Uitrustingsstukken behorende bij het voertuig; al dan niet gemonteerd, hieronder vallen tevens attributen als een reservewiel, krik en gereedschap set. 7. Bagage: Alle zich in en op het voertuig bevindende persoonlijke bezittingen van de chauffeur en zijn mede inzittenden. 8. Lading: Alle zich in en op het voertuig bevindende goederen, niet zijnde bagage. 9. (1e) Berging: De werkzaamheden die bij stranding van een voertuig worden verricht, anders dan herstel van een defect aan dat voertuig, dienende tot opheffing van die stranding. Een berging eindigt hetzij door plaatsing van het voertuig op de laadvloer van een transportmiddel, hetzij bij aflevering van het voertuig op een eindbestemming. 10. Transportmiddel: Een voertuig speciaal ingericht voor het vervoer van gestrande voertuigen over de weg. 11. Opdrachtgever: De contractuele wederpartij van de berger. 12. Berger/Vervoerder: Degene, die zich jegens zijn opdrachtgever heeft verbonden tot het bergen al dan niet gevolgd door het vervoeren van het voertuig. 13. Onder-vervoerder, -aannemer, -uitvoerder: Een hulppersoon, die op naam en voor rekening van de berger/vervoerder de berging/het vervoer van het motorvoertuig voor het geheel dan wel voor een gedeelte verricht. 14. Afzender: Uitsluitend de contractuele wederpartij van de vervoerder, vermelding van een afzender op de vrachtbrief houdt niet zonder meer in dat de aldus genoemde de contractuele wederpartij van de vervoerder is (lees: opdrachtgever). 15. Geadresseerde: Degene, aan wie de berger/vervoerder het voertuig krachtens de met de opdrachtgever gesloten overeenkomst dient uit te leveren. 16. Inontvangstneming ten vervoer bij 1e berging: Het moment waarop de berger het voertuig heeft geladen op de laadvloer van het transportmiddel. 17. Inontvangstneming ten vervoer bij (door-)transport: Het moment waarop de vervoerder het motorvoertuig met de vrachtbrief of CMR ten vervoer heeft aanvaard. 18. Aflevering: Het moment waarop de geadresseerde het voertuig met de vrachtbrief of CMR heeft aanvaard. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 6 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. 19. Schade: De kosten voor reparatie van materiële schade aan het motorvoertuig die door het verwijtbaar handelen of nalaten van de berger / vervoerder is ontstaan, of, indien reparatie van het motorvoertuig niet mogelijk of economisch verantwoord is, de waardevermindering van het motorvoertuig die het rechtstreekse gevolg is van de materiële schade die door het verwijtbare handelen of nalaten van de berger / vervoerder is ontstaan. Indien er sprake is van vervoer van een voertuig in de zin van artikel 8 eveneens het et financiële nadeel als gevolg van eventuele waardevermindering van het motorvoertuig na reparatie van de materiele schade en eventuele expertisekosten. 20. Vertragingsschade: Het financiële nadeel ontstaan ten gevolge van vertraagde aflevering van het motorvoertuig door de vervoerder. 21. Vervoerdersovermacht: Omstandigheden, voor zover een zorgvuldig vervoerder deze niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen. 22. Oorlogsrisico: 1) oorlog en op oorlog gelijkende handelingen, burgeroorlog, revolutie en opstand; 2) uitwerking van daaruit achtergebleven torpedo’s, mijnen, bommen en dergelijke oorlogswerktuigen, ook indien de schade in vredestijd is ontstaan; 3) neming en aanhouding op last van hogerhand. 23. Stakersrisico: 1) gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten; 2) gewelddaden gepleegd uit politieke overwegingen; 3) oproer, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden, een en ander voor zover niet vallende onder oorlogsrisico. 24. Vrachtbrief: Een door Stichting vervoeradres uitgegeven document, speciaal ingericht ten behoeve van het bergen en vervoeren van het gestrande voertuig. 25. Werkdagen: Alle kalenderdagen met uitzondering van de zaterdagen, de zondagen, alsmede de algemeen erkende Christelijke- en Nationale feestdagen. 26. Tijdsvensters: Het tijdsvenster op werkdagen, niet zijnde feestdagen, gelegen tussen 08:00 uur en 18:00 uur wordt bij de uitvoering van bergingshandelingen gehanteerd als ‘tarieftijd 1’. Het tijdstip van opdrachtverstrekking is bepalend voor de gehanteerde tarieftijd. Overige tijden worden aangeduid met ‘tarieftijd 2’. In voorkomende gevallen is, ter vervanging van tarieftijd 2, sprake van toeslagen op de genoemde ‘tarieftijd 1’. Het is mogelijk dat op grond van individuele Service Level Overeenkomsten wordt afgeweken van deze structuur. Dit is geen beletsel mits zowel opdrachtgever als uitvoerder dit vooraf schriftelijk hebben bevestigd. 27. Overslag: Het tijdelijk opslaan van het motorvoertuig op een terrein, inclusief het laden en lossen, noodzakelijk voor de uitvoering van het overeengekomen vervoer. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 7 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 2 Werkingssfeer 1. Op het binnenlands bergen en vervoeren van voertuigen zijn naast de VBM ABVV ook de AVC van toepassing, voor zover daarvan in de VBM ABVV niet wordt afgeweken; 2. Op het vervoer van personen en de met hen reizende bagage is van toepassing: Boek 8 Titel 13 Afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek. 3. Voor grensoverschrijdende werkzaamheden is de vervoerder per definitie verplicht om een internationale CMR te gebruiken, ter vervanging of aanvullend op de vrachtbrief. De internationale CMR voorwaarden zijn in deze gevallen van toepassing boven de VBM ABVV. 4. De VBM ABVV kan uitsluitend gevoerd worden door bedrijven die aantoonbaar lid zijn van de Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. Voor niet-leden zal onder andere geen arbitrage mogelijk zijn vanuit de VBM. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 8 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 3 Verplichtingen van de opdrachtgever De opdrachtgever is verplicht: 1. Er voor zorg te dragen dat de berger vroegtijdig in het bezit is van alle voor het vervoer en/of de berging van belang zijnde gegevens; 2. In afwijking van artikel 4 lid 3 AVC* in te staan voor de betaling van de aan de berger toekomende vergoedingen, voortvloeiende uit de aan hem verstrekte opdracht. *Artikel 4 lid 3 AVC zegt het volgende: Onverminderd het in lid 2** bepaalde kan de vervoerder de overeenkomst zonder enige ingebrekestelling opzeggen, wanneer de afzender niet aan zijn in lid 1 onder a en b vermelde verplichtingen voldeed, doch dit slechts nadat hij de afzender schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de afzender bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichting heeft voldaan. Indien door het stellen van een dergelijke termijn de exploitatie van zijn bedrijf op onredelijke wijze zou worden verstoord, kan de vervoerder ook zonder het verlenen van genoemde termijn de overeenkomst opzeggen. De afzender kan, indien hij niet aan zijn in lid 1 onder b vermelde verplichting voldeed, eveneens de overeenkomst opzeggen. Opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan. Na opzegging is de afzender 75% van de overeengekomen vracht aan de vervoerder verschuldigd zonder tot verdere schadevergoeding te zijn gehouden. Indien geen vracht is overeengekomen, geldt als zodanig de vracht volgens recht, respectievelijk gebruik, respectievelijk billijkheid. ** Artikel 4 lid 2 AVC zegt het volgende: De afzender kan zich niet door een beroep op welke omstandigheid dan ook aan de in lid 1 onder a, b, c en d*** genoemde verplichtingen onttrekken en de afzender is verplicht de vervoerder de schade te vergoeden die door het niet nakomen van genoemde verplichtingen ontstaat. *** Artikel 4 lid 1 AVC zegt het volgende: 1. De afzender is verplicht: a) de vervoerder omtrent de zaken alsmede omtrent de behandeling daarvan tijdig al die opgaven te doen, waartoe hij in staat is of behoort te zijn, en waarvan hij weet of behoort te weten, dat zij voor de vervoerder van belang zijn, tenzij hij mag aannemen dat de vervoerder deze gegevens kent; b) de overeengekomen zaken op de overeengekomen plaats, tijd en wijze en vergezeld van de volgens artikel 5 vereiste vrachtbrief en de door de wet van de zijde van de afzender overigens vereiste documenten ter beschikking van de vervoerder te stellen; c) elk te vervoeren collo duidelijk en doelmatig te adresseren en, indien hem zulks redelijkerwijs mogelijk is, de vereiste gegevens en adressen op of aan de colli of hun verpakking aan te brengen op zodanige wijze, dat zij in normale omstandigheden tot het einde van het vervoer leesbaar zullen blijven. De afzender kan met de vervoerder schriftelijk overeenkomen, dat de adressering van de colli wordt vervangen door een vermelding van cijfers, letters of andere symbolen; d) het gezamenlijk gewicht van de te vervoeren zaken op de vrachtbrief te vermelden; e) de overeengekomen zaken in of op het voertuig te laden, te stuwen en te doen lossen, tenzij partijen anders overeenkomen of uit de aard van het voorgenomen vervoer, in aanmerking genomen de te vervoeren zaken en het ter beschikking gestelde voertuig, anders voortvloeit. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 9 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Verplichtingen van de berger bij berging 1. Op basis van de VBM ABVV een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, dit mede ten behoeve van de opdrachtgever of degene die het geheel of ten dele moge aangaan en deze op diens verzoek in het bezit te stellen van het bewijs van het bestaan daarvan. 2. Het ten vervoer en/of berging aangeboden voertuig op de overeengekomen plaats, tijd en wijze in ontvangst te nemen. 3. Op grond van de ontvangen gegevens overeenkomstig artikel 3 lid 1, het juiste materiaal in te zetten. 4. Voor de aanvang van de berging, doch in ieder geval voor de inontvangstneming ten vervoer, de vrachtbrief op te maken en hierop de eventuele bemerkingen omtrent de uiterlijke staat van het voertuig te vermelden. 5. Na het opmaken van de vrachtbrief deze te ondertekenen en het bewijs van ontvangst te doen toekomen aan de opdrachtgever. 6. In geval van vervoer het voertuig te laden en te lossen. Verplichtingen van de vervoerder bij transport De vervoerder is verplicht: 7. Het ten vervoer aangeboden motorvoertuig op de overeengekomen plaats, tijd en wijze in ontvangst te nemen; 8. Te voldoen aan artikel 3.1; 9. Voor de inontvangstneming van het motorvoertuig, met uitsluiting van de onderzijde, deze aan een controle te onderwerpen alsmede de aanwezigheid van de opgegeven accessoires conform art. lid 5 te controleren en de eventuele bemerkingen op de vrachtbrief te vermelden. De controle beperkt zich tot het vaststellen van met het oog duidelijk waarneembare schade. Indien geen controle mogelijk is, dient de vervoerder de reden(en) daarvan op de vrachtbrief aan te tekenen. 10. Het motorvoertuig te laden en te lossen binnen de normale werktijd, tenzij anders overeengekomen. 11. Niet zonder voorafgaande toestemming van de afzender gebruik te maken van een ondervervoerder. 12. Aanzienlijke schade ontstaan tijdens het vervoer binnen 24 uur na veroorzaking daarvan te melden aan de afzender. 13. Het motorvoertuig af te leveren uiterlijk 2 werkdagen na de dag van melding aan de vervoerder (of zoveel eerder/later als middels een separate SLA met de opdrachtgever overeengekomen). 14. De geadresseerde in de gelegenheid te stellen zijn verplichtingen zoals genoemd onder art. 4 lid 23 na te komen. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 10 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Verplichtingen van de afzender bij vervoer/transport De afzender is verplicht: 15. Er voor zorg te dragen dat de vervoerder tijdig in het bezit is van alle voor het vervoer van belang zijnde gegevens; 16. Het ten vervoer aangeboden motorvoertuig op de overeengekomen plaats, tijd en wijze ter beschikking te stellen van de vervoerder; 17. De vervoerder voor aanvang van het vervoer een naar waarheid opgemaakte vrachtbrief te overhandigen met daarin onder meer opgenomen een opgave van de bij het ten vervoer aangeboden motorvoertuig aanwezige accessoires; 18. De vervoerder binnen de normale werktijd een snelle en efficiënte inontvangstneming van het motorvoertuig mogelijk te maken; 19. In te staan voor de betaling van de aan de vervoer toekomende vrachtpenningen. Verplichtingen van de geadresseerde De geadresseerde is verplicht: 20. De vervoerder binnen de normale werktijd een snelle en efficiënte aflevering van het motorvoertuig mogelijk te maken. 21. Voor de aflevering door de vervoerder de uiterlijke staat van het motorvoertuig aan een controle te onderwerpen, de aanwezigheid van de opgegeven accessoires (conform art. 3 lid 7) te controleren en eventuele bemerkingen op de vrachtbrief te vermelden, alsmede de vrachtbrief te ondertekenen. Deze controle beperkt zich tot het vaststellen van met het oog duidelijk waarneembare schade. Indien geen controle mogelijk is, dient de geadresseerde de reden(en) daarvan op de vrachtbrief aan te tekenen. 22. Bij vaststelling van schade de procedure in acht te nemen zoals nader omschreven in artikel 10. 16– Naar inhoudsopgave Versie: Artikel 4 6 2020 CMR Condities Voor het (internationaal) transport van voertuigen of goederen wordt verwezen naar de CMR Condities gehanteerd zoals overeengekomen in het CMRverdrag dat is vastgesteld en gedeponeerd door de Sti chting Vervoeradres. ABVV pagina © Vereniging van Bergings11 en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 12 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 5 Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de berger bij een 1e berging 1. Indien de berger niet voldoet aan zijn verplichtingen genoemd onder artikel 3 de leden 1, 2 en 3 kan de opdrachtgever de overeenkomst met betrekking tot dat voertuig opzeggen. 2. Na opzegging is de berger verplicht de opdrachtgever de extra kosten te vergoeden, die deze bewijst door de opzegging te hebben gemaakt. Deze vergoeding beloopt echter niet meer dan het bedrag dat door de opdrachtgever verschuldigd zou zijn indien geen opzegging zou hebben plaatsgevonden. Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de afzender bij transport 3. Indien de afzender niet voldoet aan zijn verplichtingen genoemd onder art. 3. De leden 3, 4 of 5 kan de vervoerder de overeenkomst met betrekking tot dat motorvoertuig opzeggen, doch dit slechts nadat hij de afzender schriftelijk of mondeling een uiterste termijn heeft gesteld en de afzender bij afloop daarvan nog steeds niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Indien door het stellen van een dergelijke termijn de exploitatie van zijn bedrijf op onredelijke wijze zou worden verstoord, kan de vervoerder ook zonder dat tot opzegging overgaan. 4. Opzegging geschiedt door een mondelinge of schriftelijke kennisgeving en de betreffende overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan. Na opzegging is de afzender maximaal 75% van de overeengekomen vrachtpenningen van het motorvoertuig aan de vervoerder verschuldigd, zonder tot verdere vergoedingen te zijn gehouden. Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de geadresseerde 5. Indien de geadresseerde na kennisgeving van aankomst van het voertuig niet opkomt, indien hij het in ontvangst nemen niet aanvangt, indien hij dit niet regelmatig en met bekwame spoed voortzet, indien hij weigert het voertuig aan te nemen of voor ontvangst te tekenen, er een beslag is gelegd op het voertuig, kan het voertuig door de berger zonder dat enige rechterlijke machtiging is vereist, voor rekening en gevaar van de opdrachtgever op de door de berger met inachtneming van redelijke zorg te bepalen wijze en plaats worden opgeslagen – zo nodig ook op het vervoermiddel waarop het voertuig werd vervoerd – gestald of geparkeerd; de berger is verplicht de opdrachtgever op de hoogte te stellen. 6. De berger kan met inachtneming van artikel 5 lid 5 ook tot opslag of stalling overgaan, indien het stellen van zekerheid als bedoeld in artikel 23 AVC wordt geweigerd, of indien geschil ontstaat omtrent het bedrag of de aard van de te stellen zekerheid. 7. Behalve in geval van beslag kan het voertuig, na verloop van één week na de aangetekende verzending aan de opdrachtgever van een schriftelijke kennisgeving van de voorgenomen verkoop, door de berger voor rekening van de opdrachtgever publiek of onderhands worden verkocht, zonder dat verder het in acht nemen van enige formaliteit nodig zal zijn. 8. De berger houdt de opbrengst van het verkochte voertuig, na aftrek van de aan de berger in verband daarmede toekomende commissie en van al hetgeen dat ter zake van het verkochte aan de berger toekomt, zowel voor vracht als voor kosten van berging, opslag of stalling als voor andere kosten en schaden, gedurende zes maanden na de opdracht tot berging en/of vervoer ter beschikking van de opdrachtgever, na verloop van welke termijn hij het ter beschikking gehouden bedrag onder gerechtelijke bewaring zal stellen. 16– Naar inhoudsopgave Versie: 6 2020 Gevolgen van niet 9.nakoming van de verplichtingen door de vervoerder bij transport Indien de vervoerder niet voldoet aan zijn verplichtingen genoemd onder artikel 5 de leden 7, 8 of 11 kan de afzender de overeenkomst met betrekk ing tot dat motorvoertuig opzeggen, doch bij niet nakoming van artikel 5 de leden 7 of 8 slechts nadat hij de vervoerder schriftelijk of mondeling een uiterste termijn heeft gesteld en de vervoerder na afloop daarvan nog steeds niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Indien door het stellen van een dergelijke termijn de exploitatie van zijn bedrijf op onredelijke wijze zou worden verstoord, kan de afzender zonder dat tot opzegging overgaan. 10. 11. Na opzegging is de vervoerder verplicht de afzender de extra k osten te vergoeden, die deze bewijst door de opzegging te hebben gemaakt. Deze vergoeding beloopt echter niet meer dan het bedrag van de overeengekomen vrachtpenningen van het motorvoertuig. Indien de vervoerder niet voldoet aan zijn verplichtingen genoemd onder artikel 5 lid 9, dient deze de afzender c.q. de geadresseerde de hieruit voortvloeiende vertragingsschade te vergoeden die deze bewijst te hebben geleden. Deze vergoeding beloopt echter niet meer dan de overeengekomen vrachtpen ningen van het motorvoertuig. ABVV pagina © Vereniging van Bergings13 en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.16– Naar inhoudsopgave Versie: Artikel 6 6 2020 De opdracht Alle, buiten de oorspronkelijke opdracht vallende, noodzakelijke handelingen van de berger zullen worden aangemerkt als een aanvullende opdracht, tenzij voor aanvang v handelingen de mogelijkheid bestaat in overleg an die noodzakelijke te treden met de opdrachtgever en tenzij vooraf opgenomen in een schriftelijke overeenkomst met de betreffende opdrachtgever waaruit blijkt dat het handelen wel degelijk onder de overeenge komen werkzaamheden valt. Aansprakelijkheidsstellingen door schades en overige kosten welke bij de uitvoering van de berging in alle redelijkheid niet voorkomen kunnen worden zijn eveneens voor rekening van de opdrachtgever, mits deze risico’s vooraf kenbaar zijn gemaakt aan de op drachtgever. ABVV pagina © Vereniging van Bergings14 en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 15 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 7 De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het bergen 1. De berger is uitsluitend aansprakelijk voor de schade aan het voertuig ontstaan tijdens het bergen. De berger is niet aansprakelijk indien hij en zijn ondergeschikten redelijke zorg hebben betracht. 2. Wanneer de berger aantoont dat, gelet op de omstandigheden van het geval, de schade het gevolg heeft kunnen zijn van de bijzondere risico’s verbonden aan de berging van het voertuig, wordt vermoed dat de berger en zijn ondergeschikten redelijke zorg hebben betracht. 3. Wanneer ingevolge de bepalingen van de VBM ABVV de berger aansprakelijk is voor schade kan de door hem verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan: a. voor schade aan het voertuig exclusief bagage en lading: drieëntwintigduizend euro, of, indien de marktwaarde van het voertuig lager is dan dat bedrag, de marktwaarde van het voertuig ten tijde van het schadeveroorzakende handelen of nalaten van de berger; b. voor schade aan de bagage: duizend euro; c. voor schade aan de lading: € 3,40 per kilogram. 4. De berger is nimmer aansprakelijk voor gevolgschade, waaronder belastingschade, gederfde inkomsten, gederfde omzet of winst of deskundigenkosten. De berger is nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan die waar in deze voorwaarden is voorzien. 5. De opdrachtgever vrijwaart de berger voor schade, toegebracht aan derden alsmede aan het milieu, tijdens het bergen van het voertuig tenzij de opdrachtgever schuld van de berger bewijst. Van de berger mag worden verwacht dat, in alle redelijkheid, niet te voorkomen risico’s op schade bij derden vooraf kenbaar worden gemaakt. Zie ook artikel 6. De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het vervoeren na een berging 6. De berger is aansprakelijk voor de schade aan het voertuig, exclusief lading en bagage, ontstaan tussen het moment van inontvangstneming ten vervoer en het moment van aflevering. Een beroep op vervoerdersovermacht komt hem alsdan niet toe. 7. In afwijking van het in artikel 8 lid 1 bepaalde is de berger niet aansprakelijk voor schade: a) ten gevolge van oorlogsrisico; b) ten gevolge van stakersrisico; c) in geval van insolvabiliteit van de verzekeraar als bedoeld in artikel 3 lid 1. 8. De berger is aansprakelijk voor schade aan de zich in en op het voertuig bevindende lading en bagage, ontstaan tussen het moment van inontvangstneming ten vervoer en het moment van aflevering. Deze aansprakelijkheid zal worden vastgesteld overeenkomstig de AVC. 9. In afwijking van het in artikel 7 lid 8 bepaalde is de berger niet aansprakelijk voor schade aan of verlies van bankpapier, munten en penningen, geldwaardig papier, edele metalen, edelgesteenten, parels, documenten, camera’s en postzegelverzamelingen. 10. Wanneer ingevolge de bepalingen van de VBM ABVV de berger aansprakelijk is voor schade kan de door hem verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan: a) voor schade aan het voertuig exclusief bagage en lading: drieëntwintigduizend euro of, indien de marktwaarde van het voertuig lager is dan dat bedrag, de marktwaarde van het voertuig ten tijde van het schadeveroorzakende handelen of nalaten van de berger; Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 16 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. b) voor schade aan de bagage: duizend euro; c) voor schade aan de lading: € 3,40 per kilogram. 11. De eventuele aansprakelijkheid van de berger voor schade, veroorzaakt door dood of letsel van personen, alsmede schade aan de met die personen meereizende bagage zal worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 2 lid 2 genoemde wet. 12. De berger is nimmer aansprakelijk voor gevolgschade, waaronder belastingschade, gederfde inkomsten, gederfde omzet of winst of deskundigenkosten. De berger is nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan die waar in deze voorwaarden is voorzien. Toelichting Artikel 7 van deze voorwaarden vermeerdert de aansprakelijkheid van de berger ten opzichte van zijn aansprakelijkheid neergelegd in Artikel 8: 1095 Burgerlijk Wetboek. Op grond van artikel 8:1102 Burgerlijk Wetboek is deze vermeerdering van aansprakelijkheid nietig tenzij artikel 7 van deze voorwaarden in een afzonderlijk geschrift, dat de vervoerovereenkomst bevat, wordt vastgelegd. Dat afzonderlijk geschrift bij uitstek is de vrachtbrief. Op de vrachtbrief is, naast de verwijzingsclausule naar deze voorwaarden, de tekst van artikel 7 letterlijk overgenomen. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 17 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 8 De aansprakelijkheid van de vervoerder ten gevolge van schade ontstaan tijdens transport 1. De vervoerder is uitsluitend aansprakelijk voor de schade aan het motorvoertuig ontstaan tussen het moment van inontvangstneming en het moment van aflevering. Een beroep op vervoerdersovermacht komt hem niet toe. 2. In afwijking van het in lid 6 bepaalde is de vervoerder niet aansprakelijk voor schade: a. Aan het motorvoertuig tot een tussen partijen nader overeen te komen franchisebedrag; b. Door eigen gebrek van het motorvoertuig; c. Ten gevolge van oorlogsrisico; d. Ten gevolge van stakersrisico; e. Ingeval van insolvabiliteit van de verzekeraar als bedoeld in artikel 3 lid 1; 3. Wanneer ingevolge de bepalingen van de AVCM de vervoerder aansprakelijk is voor de schade aan het motorvoertuig, kan de door hem verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan de factuurwaarde van het motorvoertuig ten tijde van de inontvangstneming van dat motorvoertuig. 4. In geval van onder-vervoer blijft de vervoerder jegens de afzender c.q. de geadresseerde aansprakelijk op grond van de VBM ABVV. 5. De vervoerder is nimmer aansprakelijk voor gevolgschade, waaronder belastingschade, gederfde inkomsten, gederfde omzet of winst of deskundigenkosten. De vervoerder is daarnaast nimmer aansprakelijk voor andere schade dan die waar in deze voorwaarden in is voorzien. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 18 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Toelichting bij aansprakelijkheid van de vervoerder bij transport Artikel 8 van deze voorwaarden vermeerdert de aansprakelijkheid van de vervoerder ten opzichte van de aansprakelijkheid neergelegd in artikel 8:1095 Burgerlijk Wetboek. Op grond van artikel 8:1102 Burgerlijk Wetboek is deze vermeerdering van aansprakelijkheid nietig tenzij artikel 8 van deze voorwaarden in een afzonderlijk geschrift, dat de vervoerovereenkomst bevat, wordt vastgelegd. Dat afzonderlijk geschrift bij uitstek is de vrachtbrief. Geadviseerd wordt op de vrachtbrief, naast de verwijzingsclausule naar deze voorwaarden, de tekst van artikel 8 van deze voorwaarden letterlijk over te nemen. Toelichting bij transportschade aan motorvoertuig als bedoeld in artikel 8 lid 1 t/m 5 Wat in artikel 8 onder het begrip schade valt kan, behoudens, de hieronder genoemde uitzonderingen, in de meeste gevallen worden vermoed tijdens transport te zijn ontstaan, tenzij bij de inontvangstneming van het motorvoertuig door de vervoerder bemerkingen zijn gemaakt op de vrachtbrief. Transportschade: kenmerken en uitzonderingen Krassen waarbij de lak tenminste tot op de grondlaag of het metaal beschadigd is, met uitzondering van: 1. Fijne krassen, die door polijsten verwijderd kunnen worden en 2. Krassen ontstaan door fabrieksfouten, bijvoorbeeld aan de binnenkant van de raamlijsten, binnenkant deuropening, enz. Lakbeschadigingen Met uitzondering van: 1. Lakbeschadigingen en roest, ontstaan door opengesprongen verfdruppels of verflopers; 2. Verflopers, die het resultaat zijn van te veel gebruikte verf; 3. Druppels aan de onderkant van de deuren, aan de andere scherpe randen zoals van de motorkap of het kofferdeksel; 4. Kraters en oneffenheden door verbindingen tussen bijvoorbeeld de spoiler en de onderkant van het voorscherm; 5. Lakbeschadigingen die met een verfstift bijgewerkt kunnen worden. Deuken In alle gevallen, met uitzondering van: 1. Deuken en oneffenheden van binnen naar buiten; 2. Deuken en oneffenheden, die niet kunnen zijn ontstaan zonder andere delen te beschadigen dus bijvoorbeeld een deuk achter een onbeschadigde bumper. Glas Gebroken, gescheurd of gekrast glas met uitzondering van: 1. (schade door) eigen gebrek; 2. (schade door) spanning als gevolg van foutieve montage. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 19 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Verontreinigingen binnenzijde Vlekken in de bekleding op of aan de bestuurdersstoel of linker voorportier, ontstaan door olie, vet of andere stoffen, die niet eenvoudig zijn te verwijderen, met uitzondering van vlekken die door kleefstoffen of afdichtingskit zijn veroorzaakt. Ontbreken van standaard uitrusting in de auto Zijnde het reservewiel, krik en gereedschap set alsmede alle overige accessoires voor zover separaat vermeld op de vrachtbrief. Overige Gebroken, gescheurde of gekraste delen, extreme bandenbeschadigingen veroorzaakt door schuren, verkeerd laden e.d., met uitzondering van: 1. Montage- en inbouwfouten; 2. Fouten ten gevolge van lassen, slijpen, vijlen; 3. Lege banden zonder beschadiging; 4. Lege accu/batterij. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 20 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 9 De aansprakelijkheid van de berger / vervoerder bij het verlenen van pechhulp 1. De opdracht aan de berger / vervoerder kan bestaan of mede bestaan uit het geven van adviezen en uitvoeren van kleine reparatiewerkzaamheden, bedoeld om het voertuig te repareren of in een staat te brengen waarin het de dichtstbijzijnde garage veilig kan bereiken, zonder dat er extra schade van betekenis ontstaat aan het voertuig. 2. Voor zover de opdracht van de berger / vervoerder ziet op de in lid 1 genoemde werkzaamheden, is de berger / vervoerder uitsluitend aansprakelijk voor Schade die het gevolg is van fouten in de uitvoering van diens opdracht. 3. Door de berger / vervoerder gegeven adviezen kunnen slechts als fout in de zin van lid 2 worden aangemerkt, indien het advies niet (mede) is ingegeven door inlichtingen verstrekt door de bestuurder van het voertuig en de berger / vervoerder in de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet tot het gegeven advies kon komen. 4. De berger / vervoerder is nimmer aansprakelijk voor gevolgschade, waaronder belastingschade, gederfde inkomsten, gederfde omzet of winst of deskundigenkosten. De berger / vervoerder is nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan die waar in deze voorwaarden in is voorzien. 5. Indien de berger / vervoerder ingevolge dit artikel aansprakelijk is, dan is de door hem verschuldigde schadevergoeding in alle gevallen beperkt tot € 2.500. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 21 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 10 Verplichtingen van de geadresseerde De geadresseerde is verplicht: 1. De berger/vervoerder een efficiënte aflevering van het voertuig mogelijk te maken en desgevraagd behulpzaam te zijn bij het lossen van dat voertuig. 2. Voor de aflevering door de berger/vervoerder de uiterlijke staat van het voertuig aan een controle te onderwerpen, de aanwezigheid van de opgegeven accessoires, bagage en lading te controleren en eventuele bemerkingen op de vrachtbrief te vermelden, alsmede de vrachtbrief te ondertekenen. Deze controle beperkt zich tot het vaststellen van met het oog duidelijk waarneembare schade. Indien geen controle mogelijk is, dient de geadresseerde de reden(en) daarvan op de vrachtbrief aan te tekenen. 3. Bij vaststelling van schade de procedure in acht nemen zoals nader omschreven in artikel 10. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 22 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 11 Schade afhandeling 1. Onverminderd het in artikel 13 de leden 3 en 4 bepaalde dient, voor zover niet anders is overeengekomen, in geval van schade als volgt gehandeld te worden: a. Schade direct waarneembaar bij aflevering: Geadresseerde dient, naast vermelding van de schade op de vrachtbrief, direct, doch in ieder geval binnen een periode van twee werkdagen na aflevering, de afzender op de hoogte te stellen van aard en omvang der schade. b. Schade niet direct waarneembaar bij aflevering: Geadresseerde dient direct, doch in ieder geval binnen een periode van drie werkdagen na aflevering de vervoerder en de afzender op de hoogte te stellen van de aard en omvang der schade. 2. Indien de aansprakelijkheid van de vervoerder voor de schade, gemeld overeenkomstig lid 1, is komen vast te staan, zal: a. Bij reparatiekosten tot 182 euro exclusief BTW per motorvoertuig de afzender, na kennisgeving aan de vervoerder, voor reparatie van de schade zorg dragen. b. Bij reparatiekosten meer dan 182 euro exclusief BTW per motorvoertuig De vervoerder de schade voorleggen aan verzekeraars. In dat geval heeft de vervoerder en/of namens deze optredende verzekeraar het recht van expertise, waarvan de uitkomst, na verkregen overeenstemming tussen partijen, partijen bindt. c. Bij waardevermindering van het motorvoertuig als gevolg van schade De vervoerder deze schade voorleggen aan verzekeraars. In dat geval heeft de vervoerder of de namens deze optredende verzekeraar het recht van expertise, waarvan de uitkomst, na verkregen overeenstemming tussen partijen, partijen bindt. 3. De vervoerder is gerechtigd de onder lid 2 genoemde reparatiekostenlimiet per kalenderjaar te herzien. De afzender dient hiervan telkenmale vroegtijdig op de hoogte te worden gesteld. Verbod van compensatie Beroep van verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, van het uit andere hoofde terzake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de motorvoertuigen drukkende kosten, met vorderingen uit andere hoofde, waaronder vorderingen tot schadevergoeding van de zijde van de afzender c.q. de geadresseerde, is niet toegestaan. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 23 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 12 Zekerheden 1. De berger heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en documenten, die hij in verband met de bergings- en/of vervoerovereenkomst onder zich heeft. Dit recht komt hem niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de opdracht tot berging en/of vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever zulk een opdracht te geven. 2. Tegenover de opdrachtgever kan de berger het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande bergings- en/of vervoerovereenkomsten. 3. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande bergings- en/of vervoerovereenkomsten toetrad, kan de berger het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die overeenkomsten. 4. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welks verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen. 5. Alle zaken, documenten en gelden, die de berger in verband met de bergings- en/of vervoerovereenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste van de opdrachtgever heeft. 6. Behoudens in de gevallen waarin de opdrachtgever in staat van faillissement verkeert, hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, heeft de berger nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter overeenkomstig art. 3:248 lid 2 BW. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 24 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 13 Betalings- en leveringsvoorwaarden 1. Indien de vracht, het uit anderen hoofde ter zake van de berging en/of het vervoer verschuldigde of verder op het voertuig drukkende kosten op het in artikel 7 lid 1 AVC bedoelde tijdstip niet zijn voldaan, is degene, die gehouden is tot betaling, verplicht daarover de wettelijke rente te betalen op voet van artikel 6: 119 BW met ingang van de dag, waarop deze betalingen hadden moeten geschieden tot en met de dag der betaling. 2. De volle vracht, het uit anderen hoofde ter zake van de berging en/of het vervoer verschuldigde of verder op het voertuig drukkende kosten zijn ook verschuldigd indien het voertuig niet, slechts ten dele of beschadigd ter bestemming wordt afgeleverd. 3. Beroep op verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, het uit anderen hoofde ter zake van de berging en/of het vervoer verschuldigde of verder op het voertuig drukkende kosten met vorderingen uit anderen hoofde is niet toegestaan. 4. De berger is gerechtigd om alle noodzakelijk gemaakte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten ter incasso van de vracht en andere bedragen, zoals genoemd in artikel 12 lid 1, aan degene, die gehouden is tot betaling van de vracht of andere kosten, in rekening te brengen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is èn de vordering ter incasso uit handen is gegeven. 5. Door ondertekening van de (al dan niet digitale) vrachtbrief en/of CMR gaat zowel afzender, vervoerder/berger als ontvanger akkoord met zowel de analoge als de digitale verwerking van haar gegevens in de administratie van het bergingsbedrijf, haar data-uitwisselingsdatabase en opdrachtgever. De voertuig-, persoons-, adres- en contactgegevens die kunnen worden vastgelegd zijn van de volgende betrokken partijen: a. Verzekeringsnemer; b. Kentekenhouder/tenaamgestelde; c. Bestuurder; d. Afzender; e. Ontvanger; f. Vervoerder/berger; g. Opdrachtgever; h. Verzekeraar; i. Wederpartij (bij ongeval); j. Belanghebbende(n) (bijv. wegbeheerder). Uitwisseling van deze data vindt uitsluitend plaats tussen deze genoemde partijen. De onderneming is geregistreerd bij het college bescherming persoonsgegevens als organisatie die persoonsgegevens vastlegt. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 25 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 14 Bewijs en verjaring 1. Uit het ontbreken van een aantekening betreffende de uiterlijke staat van het voertuig overeenkomstig artikel 3 lid 4, mag niet worden aangenomen dat het voertuig zich bij de aanvang van de berging in uiterlijke goede staat bevond, en de berger het voertuig in uiterlijk goede staat ten vervoer heeft ontvangen. 2. Indien het voertuig met uiterlijk zichtbare schade door de berger wordt afgeleverd zonder dat de geadresseerde bij of dadelijk na aanneming van het voertuig een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade is aangegeven, ter kennis van de berger heeft gebracht, dan wordt de berger geacht het voertuig in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij het heeft ontvangen. Schade aan de onderzijde van het voertuig wordt geacht niet uiterlijk waarneembaar te zijn. 3. Indien de schade niet uiterlijk waarneembaar is en de geadresseerde niet binnen drie werkdagen na aanneming van het voertuig een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade is aangegeven, ter kennis van de berger heeft gebracht, wordt de berger eveneens geacht het voertuig in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij het heeft ontvangen. 4. Alle vorderingen uit hoofde van deze overeenkomst, met uitzondering van die voortvloeiende uit artikel 7, verjaren met de tijd van twaalf maanden, te rekenen met de aanvang van de dag, volgende op de dag, waarop het voertuig werd afgeleverd of had moeten zijn afgeleverd. Deze termijn geldt ook voor alle vorderingen uit hoofd van een vervoersovereenkomst, waaronder begrepen alle vorderingen uit hoofde van een remboursbeding. 5. De vorderingen uit hoofde van artikel 7 lid 1, 2, 3, 4 en 5 verjaren met de tijd van 6 maanden, te rekenen van de dag waarop het voertuig werd afgeleverd of had moeten zijn afgeleverd. 6. De vrachtbrief levert volledig bewijs, behoudens tegenbewijs, voor de voorwaarden der overeenkomst en van de ontvangst van het motorvoertuig door de vervoerder. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 26 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 15 Arbitrage Alle geschillen, behoudens die tot betaling van vrachtpenningen, die tussen partijen ontstaan met betrekking tot de onderhavige overeenkomst kunnen worden beslecht middels toetsing door het bestuur van de VBM. Voor zover deze overeenkomst betrekking heeft op internationaal vervoer over de weg zullen arbiters dienovereenkomstig het CMR-verdrag toepassen. De Algemene Bergings- en Vervoercondities Gestrande Voertuigen zijn gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 27 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Artikel 16 Aanvullende bepalingen met betrekking tot transport buitenland en opslag van goederen Voor grensoverschrijdende transporthandelingen gelden de Internationale CMR voorwaarden. De VBM ABVV geldt als aanvulling op de Internationale CMR voorwaarden. Meer informatie over CMR: https://www.sva.nl/node/2072 Voor opslag van goederen gelden de FENEX Nederlandse opslagvoorwaarden. De VBM ABVV geldt daar waar sprake is van opslag als aanvulling op de FENEX voorwaarden. Voor de opslag kan gebruik gemaakt worden van de vrachtbrief zoals gebruikt voor de VBM ABVV mits voorzien van de informatie die is vereist conform de FENEX voorwaarden. Meer informatie over FENEX: http://www.fenex.nl/fenex-voorwaarden 16– Naar inhoudsopgave Versie: Artikel 17 Social 6 2020 media policy (SOCIAL) MEDIA POLICY VOOR VBM EN VBM LEDEN ABVV pagina © Vereniging van Bergings28 en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 29 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. VBM ontwikkelt (Social) Media Richtlijnen voor haar leden Social Media bieden kansen om te laten zien dat je trots bent op je werk en kunnen bijdrage aan een positief imago van het bedrijf de instelling waarvoor je werkt. Het delen van informatie en kennis met groepen waarmee op traditionele wijze nauwelijks communicatie mogelijk was kan leiden tot een beter beeld van de organisatieomgeving. Net als bij de opkomst van e-mail en internet ontstaan er ook nu vragen bij het gebruik van social media in organisaties. Privé-gerelateerde zaken en werk-gerelateerde zijn niet zo gemakkelijk te scheiden. Bij nieuwe ontwikkelingen zie je vaker dat een aantal werkgevers en werknemers vooral de bedreigingen zien, anderen vooral de kansen. Om verschillende denkbeelden over het gebruik van social media in organisaties niet te laten leiden tot misverstanden zijn deze richtlijnen ontwikkeld. Werknemers van VBM leden mogen actief zijn op social media mits het werk er niet onder lijdt. Afhankelijk van de functie van een medewerker kan het gebruik van social media meer of minder gewenst zijn. Leidinggevende en medewerker maken hierover afspraken. Deze richtlijnen hebben enkel te maken met situaties waarbij er een overlap is (of kan zijn) tussen werk en privé. Weblogs, fora en netwerken waar je alleen als privépersoon actief bent – over hobby, familie en andere activiteiten die geen raakvlak hebben met de werksituatie – vallen hier expliciet niet onder. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 30 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Bedenk dat… • Het gebruik van social media ‘real time’ gebeurt. Een druk op de knop en jouw bericht staat direct online. • Online informatie misschien wel eeuwig online staat. Het is niet altijd gemakkelijk om informatie naderhand te (laten) verwijderen. Bedenk dus goed hoe je wil overkomen in tekst, beeld en geluid – en niet alleen voor dat ene moment. Zo gebruiken bijvoorbeeld werkgevers vaak google om uit te zoeken wie de sollicitanten zijn. • Het not-done is om eenmaal geplaatste berichten zomaar te verwijderen. Met een druk op de knop (real time) worden ook foute berichten online geplaatst. Probeer de eerste te zijn om je eigen fouten te corrigeren, zonder eerdere berichten per definitie te wijzigen of te verwijderen. Vermeld daarbij dat jij degene bent die het bericht wijzigt. Geef bij verwijdering een goede reden. • Je ook rekening dient te houden met het wettelijk vastgelegde beeld-, auteurs- en citaatrecht. Het is verboden om zonder toestemming van de maker andermans werk te publiceren. Schending van deze wet kan je een boete opleveren van honderden euro’s. • Sociale omgangsvormen online net zo goed gelden als offline. Respecteer degene tot wie je je richt. Laster, beledigingen en obsceniteit zijn niet geoorloofd. De privacy van anderen wordt gerespecteerd. • Je zoveel mogelijk inhoudelijk dient te reageren op stukken van anderen. Alleen je mening geven, zonder onderbouwing daarvan, vervuilt de discussie en zegt meer over de schrijver van de reactie dan over het stuk. Onthoud dat dit soort reacties ook in google naar boven kunnen komen. • Social media soms als gevolg hebben dat er een grijs gebied ontstaat tussen privé en werk-gerelateerde zaken. Wanneer je op een persoonlijke blog over je werk schrijft, kun je een disclaimer (zie voorbeeld onderaan het protocol) opnemen waarin staat dat dit blog jouw persoonlijke standpunt weergeeft en dat dit niet overeen hoeft te komen met dat van de organisatie. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 31 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Richtlijnen gebruik (Social) Media 1. Werknemers proberen kennis en andere waardevolle informatie te delen, mits die informatie niet vertrouwelijk is en het de werkgever of diens opdrachtgevers en werkcollectieven niet schaadt. Werknemers publiceren niet ongevraagd vertrouwelijke of andere merk-gebonden informatie. Voor het publiceren van gesprekken wordt eerst toestemming gevraagd aan de leidinggevende of de daarvoor verantwoordelijke afdeling of persoon. 2. Werknemers mogen geen vertrouwelijke en/of schadelijke informatie verstrekken over klanten, partners of leveranciers zonder hun goedkeuring. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen informatie over het product en de persoon of het bedrijf. 3. Wees extra voorzichtig bij het publiceren over, of in discussie gaan met, een klant of concurrent. Verkeerd opgevatte of slecht onderbouwde stukken, kunnen direct nadelige gevolgen hebben voor het bedrijf, opdrachtgevers of samenwerkingsverbanden. 4. De werkgever ondersteunt de open dialoog en de uitwisseling van ideeën en het delen van kennis. Werknemers die publiceren op een website (of andere sociale media) anders dan die van de werkgever over een onderwerp dat wel te maken kan hebben met de werkgever, maken kenbaar of zij op persoonlijke titel publiceren. Als werknemers namens het bedrijf of een gerelateerd samenwerkingsverband spreken, vermelden zij hun organisatie en functie. 5. Bestuurders, managers, leidinggevenden en degene die namens de organisatie het beleid en de strategie uitdragen hebben een bijzondere verantwoordelijkheid bij het gebruik maken van social media. Voor sommige functies geldt dat iemand altijd wordt gezien als medewerker – ook als hij een privémening verkondigt. Op grond van hun positie moeten werknemers nagaan of zij op persoonlijke titel kunnen publiceren. 6. Werknemers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud die ze, voor zover dat niet tot hun functie behoort, publiceren op blogs, wiki’s, fora en andere media die gebaseerd zijn op user-generated content. Zij zijn zich ervan bewust dat wat zij publiceren voor langere tijd openbaar zal zijn, met gevolgen voor hun privacy. 7. Wanneer een online discussie dreigt te ontsporen, of in het ergste geval al helemaal ontspoort is, neem dan direct contact op met de verantwoordelijke afdeling/persoon en overleg over de te volgen strategie. 8. Bij de geringste twijfel over een publicatie of over de raakvlakken met de werkgever of diens samenwerkingsverbanden is het verstandig contact te zoeken met je leidinggevende of de daarvoor verantwoordelijke afdeling/persoon. 9. Wees u er van bewust dat individuele opdrachtgevers contractueel beperkingen hebben opgelegd waar het delen van informatie betreft met derden. Zo kan het delen van gemaakte foto’s naar derden reden zijn om een contract te beëindigen. De VBM adviseert haar leden om zelf geen foto’s online te plaatsen anders dan ter aankleding van de eigen webpresentatie. Wanneer er nieuwswaardige berichten zijn die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de bedrijfsvoering dan is het wenselijk om bij voorkeur bestaande informatie te delen, bijvoorbeeld van een nieuwssite. Hierbij blijft de bron immers bij de externe partij. Bedenk u hierbij wel goed dat een opdrachtgever niet graag negatief in de publiciteit belandt en het kan gebeuren dat dit als zodanig wordt ervaren. Versie: 16-6-2020 Naar inhoudsopgave ABVV pagina 32 © Vereniging van Bergings- en Mobiliteitsspecialisten (VBM) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en (of) openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. 10. Bij het zelf plaatsen van beeldmateriaal (en feitelijk ook in tekst) is het wenselijk om er voor te zorgen dat er geen bij een incident betrokken personen in beeld worden gebracht. In veel gevallen kan het wenselijk zijn om kentekens en bedrijfsvermeldingen op voertuigen onherkenbaar te maken alvorens de foto’s te publiceren. 11. Bij incidenten met dodelijke afloop acht de werkgever alsmede de VBM het plaatsen van foto’s onwenselijk. 12. Deel bij voorkeur geen informatie met (commerciële) media! Er zijn in de regel voldoende commerciële partijen waarvan zij beeldmateriaal kunnen betrekken. De werkgever wil geen partij zijn in enige vorm van discussie of onvrede hieromtrent. Uitzonderingen kunnen uitsluitend door deze vertegenwoordiging gemaakt worden. Zorg bij plaatsing van beeldmateriaal altijd voor een correcte bronvermelding van het bedrijf of de verantwoordelijke maker en spreek expliciet af voor welk doel het beeldmateriaal gebruikt kan en mag worden. Doe NOOIT afstand van de eigendomsrechten op het beeldmateriaal. Zorg voor een schriftelijke bevestiging van afspraken hieromtrent met de betrokken media. 13. Bij het gebruik van berichtgevingen en beeldmateriaal van externe partijen dient een bronvermelding plaats te vinden. Vraag waar nodig vooraf toestemming. 14. Alle communicatie naar (commerciële) media en andere belanghebbende(n) dient te verlopen via de hiertoe aangewezen vertegenwoordiger binnen de organisatie. Bij incidenten is het wenselijk te verwijzen naar de persvoorlichters van de betrokken hulpdiensten. 15. Beeldmateriaal gemaakt tijdens diensttijd bij een werkgever valt juridisch gezien onder het eigendom van de werkgever. Dit geldt zeker wanneer er van bedrijfsmiddelen (bijv. telefoon, camera, incidentrecorder) gebruik gemaakt is. Het plaatsen van dergelijk materiaal op internet kan leiden tot aansprakelijkheidstellingen richting de werkgever en is derhalve niet gewenst anders dan met de schriftelijke goedkeuring van de werkgever. Richtlijnen gebruik Intranet: Blogs en sociale netwerken die worden gepubliceerd onder naam van de werkgever moeten worden gebruikt op een manier die waarde toevoegt aan de bedrijfsdoelstellingen van de werkgever. Het moet eraan bijdragen dat jijzelf, collega’s, klanten en partners hun werk beter kunnen doen en helpen bij het oplossen van problemen en het verbeteren van vaardigheden en kennis. Voorbeeld disclaimer t.b.v. particulier blog personeelslid: “© (jaar van het online gaan van de website) (uw naam). De standpunten en meningen op deze website, zijn de persoonlijke mening van (uw naam) en staan los van eventuele officiële standpunten van (organisatie). (organisatie) is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van uitlatingen en reacties van derden op de hier gepubliceerde stukken.”